Volgens een Europese studie zou een tekort aan selenium een groter risico betekenen op de ontwikkeling van bepaalde kankers, meer bepaald de hepatobiliaire kankers.
Seleniumarmoede in de bodem
De overgrote meerderheid van de Europeanen vertoont een ondermaatse inname van selenium, mee veroorzaakt door de lage natuurlijke aanwezigheid van dit mineraal in de bodem in deze contreien.
Hierdoor zou het risico op kanker stijgen, meer bepaald de kankers van de lever en de galwegen. Een Europees onderzoeksteam ging daarom op zoek naar de mogelijke link tussen het lage seleniumgehalte en de ontwikkeling van hepatobiliaire kanker.
Een evident verband
In het kader van de EPIC-studie (European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition) werden 477.000 personen gedurende tien jaar gevolgd. Onderzoekers concentreerden zich op de personen uit de groep die in de loop van die tien jaar een hepatocellulaire kanker ontwikkelden. Ze namen bloedstalen af van die proefpersonen en van gezonde personen.
De resultaten toonden aan dat het deel van de bevolking met het zwakste seleniumgehalte vijf tot tien keer meer risico had om een hepatocellulaire kanker te ontwikkelen. Er werd geen verband gevonden met galwegen- of blaaskanker. De studie wijst niet uit of een inname van selenium als voedingssupplement kan beschermen tegen dit type leverkanker.