Franse onderzoekers hebben bij knaagdieren vastgesteld dat de uitschakeling van bepaalde neuronen het eetgedrag meer afhankelijk maakt van de smaak van het voedsel en het plezier dat ermee samengaat.
Deze groep neuronen in de hypothalamus, NPY/AgRP, stimuleert de voedselopname wanneer ze is geactiveerd, bijvoorbeeld in het geval van een te lage bloedsuikerspiegel. Door muizen te onderzoeken waarbij deze neuronen uitgeschakeld waren, hebben de onderzoekers aangetoond dat de neuronen essentieel zijn om de voedselopname uit te lokken wanneer eten slechts een respons is op een behoefte, zonder aan plezier gekoppeld te zijn. De neuronen zijn dan weer minder actief wanneer de voeding zeer lekker is, meer bepaald wanneer ze rijk is aan vetten en suikers.
Beloning in plaats van behoefte
Wanneer deze neuronen afwezig of geremd zijn, eten de muizen minder van de ‘standaardvoeding’, zelfs na een periode van onthouding. Omgekeerd zullen ze normaal eten als ze vet- en suikerrijke voedingsmiddelen voorgeschoteld krijgen. In de praktijk zal het hormoon dat ze stimuleerde in plaats daarvan neuronen activeren die een rol spelen in het beloningscircuit en die op dopamine reageren. Resultaat: de voedselinname wordt losgekoppeld van de energiebehoeften van het lichaam en is in hoofdzaak afhankelijk van het plezier dat het voedsel veroorzaakt. De bestudeerde muizen eten dus grotere hoeveelheden vette en suikerhoudende voedingsmiddelen en nemen toe in gewicht.
Stress verergert het fenomeen
Hun eetgedrag is ook veel gevoeliger voor externe factoren, zoals stress. Deze resultaten zouden gedeeltelijk kunnen verklaren hoe de steeds makkelijkere toegang tot appetijtelijk voedsel kan bijdragen tot het ontstaan van compulsieve eetstoornissen en de ontwikkeling van obesitas kan bevorderen.