Wanneer we eten, belonen onze hersenen ons zowel meteen als later. Voor het eerst tonen studies bij de mens aan dat voedsel waarnaar we verlangen, ons meer onmiddellijk genot, maar minder uitgesteld genot geeft. Dat kan ons eetgedrag beïnvloeden.
De smakelijkheid van voedsel en de nutritionele kenmerken bepalen mee welk voedsel we verkiezen. Studies bij knaagdieren die obees werden gemaakt met het ‘cafetariadieet’, toonden al aan dat smakelijkere voeding kan leiden tot overconsumptie en dus tot obesitas. De onderliggende mechanismen, en meer bepaald die van de ‘beloning’, hebben echter nog niet al hun geheimen onthuld. Vandaar het belang van een nieuwe studie bij de mens door onderzoekers van het Max Planck Instituut in Duitsland, gepubliceerd in het tijdschrift Cell Metabolism.
Dopamine: eetplezier in twee fasen
We weten dat voeding, en vooral zeer smakelijke voeding, een beloningssysteem in gang zet waarbij dopamine vrijkomt in de hersenen. Via een nieuwe PET-scantechniek konden onderzoekers nu echter voor het eerst aantonen dat er eigenlijk twee beloningscircuits zijn voor dopamine: onmiddellijk en uitgesteld. Bij beide circuits zijn specifieke gebieden in de hersenen betrokken.
Concreet zorgt eten ervoor:
- dat er eerst dopamine wordt afgescheiden wanneer het voedsel zich in de mond bevindt, in een hersengebied geassocieerd met beloning en zintuiglijke gewaarwordingen;
- dat er daarna, wanneer het eten in de maag zit, dopamine wordt afgescheiden in een ander deel van de hersenen, dat geassocieerd is met hogere cognitieve functies.
Verlangen geassocieerd met minder genot na de inname van voedsel
De onderzoekers konden ook aantonen dat hoe meer het voedsel gewenst was (hoe groter dus het verlangen), hoe hoger de dopaminepiek gekoppeld aan de smaakwaarneming was en hoe kleiner de piek na inname. Omgekeerd was minder gewenst voedsel geassocieerd met een grotere beloning na de inname.
Het genot van heel gewenst voedsel is met andere woorden kortstondiger. Dat de instantbeloning groter is dan de beloning na de inname van het voedsel, zou onze drang naar zeer smakelijk voedsel kunnen vergroten, overconsumptie in de hand werken en ten koste gaan van de voedingswaarde van voedsel. Een gevaarlijk mechanisme in het licht van de ‘globesitas’, dat echter wel mogelijkheden biedt in het kader van ondervoeding…