Anorexie is meer dan een extreem streven naar slankheid om te beantwoorden aan het door de media opgedrongen schoonheidsideaal. Achter deze aandoening schuilt een dieper gevoel van ontevredenheid, dat vaak voortkomt uit een laag zelfbeeld, moeite met het uiten van gevoelens, een afwijzing van de eigen seksualiteit,…
Anorexie wordt door de American Psychiatric Association* gedefinieerd als een psychiatrische stoornis met de volgende kenmerken: weigering het lichaamsgewicht op een voor de leeftijd en lengte normaal niveau te houden, angst om bij te komen, een vertekend beeld van het eigen lichaam en het wegblijven van de menstruatie gedurende drie opeenvolgende cycli zonder gebruik van orale anticonceptiva.
Deze diagnostische criteria vormen echter enkel het zichtbare gedeelte van de ijsberg en weerspiegelen de grote nood van anorexiepatiënten niet. Anorexie is een pathologie met zeer diverse klinische beelden en duidelijk meerdere oorzaken.
Kwetsbaarheid en vicieuze cirkel
Het concept van een individuele gevoeligheid voor anorexie is belangrijk: verschillende maatschappelijke, individuele en familiale factoren creëren een klimaat dat de ontwikkeling van anorexie bij de meest kwetsbare personen bevordert, als gevolg van traumatiserende gebeurtenissen of uitlokkende factoren. De eetstoornis wordt voor hen een manier om controle te krijgen over trauma’s, conflicten of een door de puberteit veroorzaakt gevoel van ontevredenheid.
De aandoening kan chronisch worden: de voedselbeperking heeft fysiologische, psychologische en sociale gevolgen (conflicten in het gezin, afzondering) die moeilijk aan te pakken zijn en ertoe leiden dat de persoon zich nog meer in zichzelf keert en toevlucht zoekt in de eetstoornis.
Sociaal-culturele context
De vooroordelen over overgewicht en de culturele waardering van diëten en slankheid vormen een vruchtbare basis voor eetstoornissen. Gewichtsbeheersing wordt geassocieerd met persoonlijke en professionele vaardigheden, een sterk karakter, verleiding,… Een slanke lijn belooft een goede gezondheid en maatschappelijk succes.
Het is dan ook weinig verwonderlijk dat personen met een laag gevoel van eigenwaarde en weinig zelfvertrouwen in de verleiding komen om te vermageren, zelfbevestiging te zoeken en zich waardevol te voelen zonder hiervoor interpersoonlijke conflicten mee te maken.
Personen met de grootste kwetsbaarheid voor de ontwikkeling van anorexie worden gekenmerkt door een opvallend perfectionisme en zijn pas tevreden als ze hun streefgewicht volledig hebben bereikt. Ze willen slanker zijn dan anderen om hun waarde te bewijzen.
Persoonlijke aanleg
Sommige persoonlijkheidskenmerken vormen een risico op het ontstaan van een eetstoornis. Overgewicht of obesitas in de kindertijd en pestervaringen kunnen leiden tot een verlies van zelfvertrouwen dat de anorexiepatiënt probeert terug te winnen door zijn of haar gewicht onder controle te houden.
Elk gebrek aan eigenwaarde of een gevoel van minderwaardigheid kan een kind kwetsbaar en vatbaar maken voor de ontwikkeling van een eetstoornis, zeker als referentievolwassenen, zoals ouders of naaste familieleden, deze negatieve gevoelens in stand houden. Bepaalde karaktertrekken worden ook in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontstaan van dit soort aandoeningen. Anorexiepatiënten zijn bijvoorbeeld erg vaak perfectionistisch en hebben een extreme drang om alles te controleren, ook hun emoties. De emotionele controle is dus een onbewust doel van de gewichtscontrole.
De vooroordelen over overgewicht en de culturele waardering van diëten en slankheid vormen een vruchtbare basis voor eetstoornissen.
Anorexiepatiënten zijn zo gefocust op hun gewicht dat de emoties die ze zouden kunnen voelen naar de achtergrond verdwijnen. Ze hebben een sterke behoefte aan de goedkeuring van anderen en vermijden conflicten, omdat die tot afwijzing door hun naasten kunnen leiden. Extreme vermagering wordt zo een indirect middel om afkeuring of woede tot uiting te brengen.
Uitlokkende factoren
Vaak zijn er gebeurtenissen in het leven van anorexiepatiënten die de ontwikkeling van de aandoening versnellen, zoals de druppel water die de emmer doet overlopen. Een van die factoren is de puberteit: de snelle lichamelijke veranderingen markeren de overgang naar volwassenheid. De adolescent kan om verschillende redenen moeite hebben met dit moment: angst voor lichamelijke verleidingskracht, het ongemak van een hechte vader die zijn dochter ziet opgroeien tot een vrouw en afstand neemt van haar, het symbolische moment waarop ze zelfstandig wordt en haar eigen keuzes maakt, haar weigering om iets te doen wat haar familie vraagt of het feit dat ze iets doet wat haar familie haar verbiedt,…
Magerheid vermindert de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken. De non-stopobsessie met gewicht helpt anorexiepatiënten te ontsnappen aan hun gevoelens en interne conflicten die bij deze periode horen. Jonge vrouwelijke anorexiepatiënten werden als kind vaak seksueel misbruikt. In die gevallen houdt de aandoening waarschijnlijk verband met het vermijden van verleiding en de angst voor intimiteit.
Gezinssituatie
Hoewel het geen zin heeft om de schuld in de schoenen van de familie van een jonge anorexiepatiënte te schuiven, zijn er duidelijk gezinnen waar de stoornis vaker voorkomt. Soms zijn de ouders erg controlerend, houden ze weinig rekening met de wensen van hun kinderen en verzetten ze zich tegen hun onafhankelijkheid. Soms zijn het gezinnen waarin de rollen slecht zijn gedefinieerd, waardoor de kinderen te snel volwassen verantwoordelijkheden op zich nemen. In sommige gezinnen zijn er verborgen conflicten en wordt het uiten van emoties ontmoedigd. Nog andere gezinnen zijn erg streng en hechten veel belang aan waarden als uitmuntendheid, competitie en lichaamsbeheersing.
Gezien de vele mogelijke oorzaken van anorexie en hun mogelijke diepe onderlinge verstrengeling, is het duidelijk dat de aandoening niet gereduceerd kan worden tot een puberteitscrisis die zichzelf wel zal oplossen. Anorexie moet daarentegen zo snel mogelijk worden behandeld om de kansen op genezing te vergroten. En gezien de impact van de gezinsdynamiek, kan gezinstherapie noodzakelijk zijn.
Referenties: Berg K.M., Hurley D.J., McSherryJ.A., Strange N.E., Les troubles du comportement alimentaire, 2005, 2de editie., Brussel, De Boeck. * Gedefinieerd in de DSM-IV, 4de editie van de “Diagnostic and Statisical Manual” van de American Psychiatric Association.