Voor de hedendaagse consument is duurzaamheid een waardevol aankoopcriteria voor voedingsproducten. Deze studie onderzocht welke duurzame producteigenschappen doorslaggevend zijn voor voeding, zoals de aanwezigheid van suiker, vet, zout en GGO’s.
Focus op suiker en GGO’s
Onderzoeksbureau GfK heeft recentelijk een grootschalig marktonderzoek uitgevoerd om het aankoopgedrag voor voedingsproducten in 17 landen in kaart te brengen, hierbij werden meer dan 23.000 consumenten aan de hand van een online enquête ondervraagd over het belang van diverse duurzame aankoopcriteria, zoals het suiker-, zout- en vetgehalte van producten of de oorsprong van ingrediënten. Uit de onderzoeksbevindingen blijkt dat producten vrij van GGO’s (Genetisch Gemodificeerd Organisme) en suiker de grootste drijfveer zijn voor consumenten om over te gaan tot aankoop. 48% van de ondervraagden omschreef deze criteria namelijk als ‘zeer’ tot ‘uiterst belangrijk’.
In de huidige context van (inter)nationale gezondheidscampagnes om zout en suiker in voeding te verminderen, alsook de sterke opkomst van gezondheidsbewuste consumenten, wensten de onderzoekers perceptie- en gedragsverschillen na te gaan. 45% van de consumenten hecht het meeste belang aan natrium-of zoutarme producten en 44% beschouwt vetvrije of vetarme voeding als essentieel. Tenslotte kiest 38% voor lokaal en 26% voor glutenvrij. Vervolgens blijken ook biologische voeding of producten verrijkt met probiotica, vitaminen en mineralen de aankoopkeuze te beïnvloeden.
Duurzaamheid: culturele en demografische verschillen
Er werden tevens culturele invloeden waargenomen in hoe consumenten deze verschillende productcriteria evalueren: bij 49% van de Italiaanse consumenten is bijvoorbeeld lokaliteit doorslaggevend, terwijl dit 41% bedraagt in Frankrijk, 40% in Spanje, 30% in het Verenigd Koninkrijk en 21% in Nederland. Bovendien houdt slechts 29% van de Nederlandse consumenten rekening met één van deze criteria bij hun aankopen. In China werd echter het omgekeerde waargenomen, zij beoordeelden 8 van de 9 criteria als ‘noodzakelijk’.
Maar ook demografie speelt een rol: 30 tot 39-jarigen hechten het meeste belang aan duurzame voeding en ook biologische ingrediënten of producten verrijkt met vitaminen en mineralen of probiotica zijn, in vergelijking met oudere leeftijdsgroepen, van groot belang voor alle consumenten onder de 40 jaar. Ook gezinnen met een hoger inkomen vinden duurzame producteigenschappen cruciaal, in tegenstelling tot consumentengroepen met een lager inkomen. Enkel voor geslacht werden geen significante verschillen vastgesteld.