Een nieuwe studie toont aan dat de consumptie van cafeïnehoudende dranken geassocieerd is met een lager risico op het ontwikkelen van dementie.
Cafeïne en dementie over tien jaar
Verschillende studies, vooral bij dieren, suggereren dat cafeïne mogelijk beschermt tegen cognitieve stoornissen en dementie, maar de resultaten zijn niet eenduidig.
In deze studie onderzocht men de relatie tussen de inname van cafeïne en de incidentie van cognitieve stoornissen of dementie bij 6467 vrouwen van 65 jaar en ouder, die deelnamen aan de Women’s Health Initiative Memory Study. De studieduur bedroeg tien jaar.
Voor de analyse van de resultaten deelden de auteurs de vrouwen in volgens hun cafeïne-inname bij het begin van de studie. De gegevens werden vervolgens gecorrigeerd voor verschillende risicofactoren (hormoontherapie, leeftijd, BMI, alcoholgebruik, roken enz.).
Antagonist voor adenosine-receptoren
Uit de resultaten bleek dat vrouwen met een cafeïne-inname (uit alle bronnen) boven de mediaanwaarde (261 mg cafeïne/dag of ongeveer drie koppen koffie) 26% minder kans hadden op het ontwikkelen van dementie of cognitieve stoornissen vergeleken met vrouwen wier cafeïne-inname lager lag dan de mediaan (gemiddeld 64 mg cafeïne per dag).
Een mogelijke verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat cafeïne, zoals ook theofylline, werkt als een niet-specifieke antagonist voor adenosinereceptoren.