In de OESO-landen kampt de meerderheid van de bevolking met overgewicht of obesitas. Beleidsmaatregelen hebben er wel voor gezorgd dat de toename van obesitas daalt, maar er zijn nog steeds inspanningen nodig om de aandoening een halt toe te roepen.
Recente studies van de OESO tonen aan dat de obesitasniveaus in de meeste landen in de afgelopen vijf jaar zijn blijven toenemen, maar de toename verloopt langzamer dan vroeger. In Engeland, Korea, de Verenigde Staten en Italië bleef de aandoening vrij stabiel, maar de incidentie steeg met 2 tot 3% in Australië, Canada, Spanje, Frankrijk, Mexico en Zwitserland. In België is de situatie niet anders.
Gemiddeld is in de OESO-landen een op de vijf kinderen te zwaar. In landen als Griekenland, Italië, Slovenië en de Verenigde Staten ligt dat cijfer nog hoger: daar heeft een op de drie kinderen overgewicht. De meeste landen zijn er weliswaar in geslaagd het aantal obesitasgevallen bij kinderen te stabiliseren of zelfs iets te verminderen, maar dit is niet het geval voor de incidentie bij volwassenen.
De gegevens van de OESO tonen ook aan dat obesitas verbonden is aan ongelijkheid, vooral bij vrouwen. Door de economische crisis zien gezinnen zich gedwongen minder te besteden aan voedsel, en in arme huishoudens wordt eerder voedsel gekocht met een lage voedingswaarde en een groot aantal calorieën.
In landen waar de obesitasniveaus zeer hoog zijn, zoals Mexico of de Verenigde Staten, zien we dan weer dat het probleem zowel hoger als lager opgeleiden treft.
Lees hier het acht pagina’s tellende verslag Obesity Update, met landinformatie en gegevens in Excel-formaat