Een nieuwe studie toont aan dat er een log-lineair verband bestaat tussen het eten van suiker en cariës. Volgens de auteurs moet de vaak aanbevolen maximumgrens van 10% energie in de vorm van toegevoegde suikers sterk worden teruggeschroefd, tot minder dan 3%.
Hoewel er geen twijfel meer bestaat over een verband tussen het eten van suiker en tandbederf, is de precieze betekenis ervan in termen van volksgezondheid tijdens een mensenleven nog niet bepaald.
Vandaar het belang van deze studie, waarin een Brits team de gegevens over de consumptie van suiker en de incidentie van tandbederf opnieuw heeft onderzocht en zich daarbij heeft gericht op de landen waar er grote variaties zijn in het verbruik, bijvoorbeeld door beperkingen in tijden van oorlog, zoals Japan.
Ze hebben ook rekening gehouden met de impact van fluor op het tandbederf. Hun resultaten tonen een duidelijk log-lineair verband aan tussen een suikerinname van 0-10% van de totale energie-inname (TEI) en een vertienvoudiging van het risico op tandbederf na meerdere jaren van blootstelling aan suiker.
Bij de 65-plussers uit gebieden waar het drinkwater gefluorideerd is of waar veel fluorhoudende tandpasta wordt gebruikt, is bijna de helft van het tandoppervlak aangetast door cariës. Het model laat zien dat de suikerinname moet worden beperkt tot minder dan 3% van de TEI om een dergelijke situatie te voorkomen.
De auteurs besluiten dat de grens van 10% toegevoegde suikers rampzalig is voor het tandbederf en dat de suikerinname ideaal genomen onder de 3% moet blijven, met een maximum van 5% als pragmatisch doel. Maar daar zijn we nog lang niet…