Wit vet hoopt zich op onder de huid, terwijl bruin vet warmte produceert door energie te verbranden. Recent onderzoek probeert nu wit vet om te zetten in bruin vet, om zo gewichtstoename, obesitas en stofwisselingsaandoeningen tegen te gaan.
Dit enzym maakt wit vet bruin
Onderzoekers van het ESBIO-team aan de universiteit van Freiburg vroegen zich af wat ervoor zorgt dat vetcellen van kleur veranderen. In het tijdschrift Cell Reports publiceerden ze hun bevindingen over een nieuw enzym, Lsd1, dat een belangrijke ‘schakelaarfunctie’ heeft en zo de vorming en zelfs de grootte van vetcellen bepaalt.
Zoogdieren hebben verschillende soorten vetweefsel:
- witte adipocyten of wit vet. Dit vetweefsel bevindt zich hoofdzakelijk in de buikstreek en onder de huid en is het resultaat van de opslag van overtollige energie.
- beige en bruine adipocyten of bruin vetweefsel. Deze vetcellen verbranden calorieën en genereren warmte.
Het team uit Freiburg toont aan dat het enzym Lsd1 een belangrijke rol speelt bij het handhaven van de metabole eigenschappen van bruin vetweefsel.
Onderdrukking van dit enzym heeft een effect op het lichaamsgewicht en de glucosetolerantie: wanneer de onderzoekers selectief Lsd1 verwijderen en dit enzym deactiveren in de bruine adipocyten, wordt bruin vetweefsel wit! De bruine vetcellen wordt lichter van kleur, hun omvang neemt toe en ze gaan energie opslaan in plaats van verbranden.
Een nieuw wapen in de strijd tegen obesitas
Dat is een nieuw inzicht en ook een nieuwe strategie. Onze kennis van de invloed van Lsd1 op de aard van de vetcellen opent nieuwe onderzoeksmogelijkheden in de strijd tegen obesitas. Hoe gaat dit mechanisme in zijn werk? Het enzym remt de expressie van genen die de informatie bevatten voor de witte adipocyten. Tegelijkertijd bevordert Lsd1 de expressie van genen die informatie bevatten voor de bruine adipocyten. De onderzoekers hebben ook de complexe mechanismen verklaard die aan de basis liggen van de tegengestelde functies van Lsd1.
Lsd1 is noodzakelijk om het metabolisme te regelen, bijvoorbeeld voor de oxidatie van vetzuren. Als Lsd1 wordt geremd bij muizen, nemen de cellen van de dieren meer glucose op. Hun vermogen om glucose om te zetten naar energie neemt toe en ze gebruiken minder vetzuren. De dieren worden dan veel zwaarder. Anderzijds lijken de muizen bij wie het Lsd1-gen onderdrukt wordt, beschermd te zijn tegen glucose-intolerantie. Alles staat of valt dus met de dosis. Er lopen nu al klinische studies met Lsd1-inhibitoren.
Duteil D., Cell Reports, 18 October 2016. DOI: 10.1016/j.celrep.2016.09.053.