Iemand kan zwaarlijvig zijn, maar toch min of meer gezond. Volgens een nieuwe Britse studie maakt lichaamsbeweging het verschil.
Zwaarlijvigheid wordt vaak, zonder verdere nuance, gezien als een ongunstige toestand voor de gezondheid. Toch kan iemand heel goed bij dezelfde corpulentie een erg verschillend metabool profiel vertonen, en dus een heel ander risico op sterfte. Een nieuwe studie toonde onlangs aan dat de werkelijke lichaamsbeweging, en niet de lichaamsbeweging die wordt aangegeven, hierin een doorslaggevende rol speelt.
Versnellingsmeter als getuige
De studie had betrekking op 3457 vrouwen en mannen met een leeftijd van 60 tot 82 jaar uit de British Whitehall II cohort study van 2012-2013. Personen met een normaal lichaamsgewicht, overgewicht en zwaarlijvigheid die als ‘gezond’ worden beschouwd, zijn mensen die minder dan twee van de volgende risicofactoren vertonen: een laag HDL-cholesterolgehalte, hypertensie, een hoge bloedsuikerspiegel, een hoog triglyceridengehalte en insulineresistentie.
De lichaamsbeweging werd op twee manieren geëvalueerd: aan de hand van een vragenlijst, maar ook op objectievere manier met behulp van een versnellingsmeter in de vorm van een polshorloge (GENEActiv).
Eerder eiwitten dan isoflavonen
Het is geen verrassing: de zwaarlijvige personen bleken in het algemeen minder actief dan de personen met een normaal lichaamsgewicht, los van de metabole status. Van de 612 zwaarlijvigen vertoonden de als ‘gezond’ beschouwde personen (n= 161) echter een hogere totale lichaamsbeweging dan de andere zwaarlijvigen.
We merken op dat dit verschil slechts duidelijk naar voren kwam op basis van de evaluaties uitgevoerd met behulp van de versnellingsmeters, en niet op basis van de vragenlijsten. Dat feit plaatst meteen ook vraagtekens bij de geldigheid van evaluaties gebaseerd op de antwoorden die deelnemers geven op vragen…