Gezondheid, milieu en dierenwelzijn zijn de belangrijkste drijfveren voor Europeanen om minder vlees te eten. Maar is de consument ook klaar om andere bronnen van eiwitten te eten?
Een Europees consumentenonderzoek, uitgevoerd in opdracht van ING, stelt de rol van dierlijke eiwitten (vlees, vis, zuivel en eieren) in het Westerse dieet in vraag. Hierbij werden ook 1.000 Belgische consumenten ondervraagd. Steeds meer Europeanen zijn bekommerd om hun gezondheid en ecologische voetafdruk, dit geldt ook voor onze voeding.
Ongeveer 27% van de respondenten streeft ernaar om de komende vijf jaar minder vlees te eten. In België bedroeg dit aantal zelfs 34%. De resultaten in andere EU-landen: 38% in Luxemburg, 31% in Italië, 25% in Duitsland, 23% in Nederland en 15% in het Verenigd Koninkrijk. Op basis van deze bevindingen schatten de onderzoekers dat de totale vleesconsumptie in Europa binnen 5 jaar met 3,4% zal dalen per burger. De dierlijke producten die het meest gemist zullen worden, als ze niet meer beschikbaar zijn? Dat zijn kaas (20%), kip (17%) en melk (14%).
Waarom minder vlees?
Gezondheid, dierenwelzijn, milieu-impact en prijs zijn de grootste drijfveren voor de consument om minder vlees te eten. Maar hoe zwaar elke reden doorweegt, lijkt te verschillen per land. In België speelt ‘gezondheid’ de belangrijkste rol in dit debat (25%), gevolgd door ‘milieu-overwegingen’ (21%). Bij de Nederlandse consument staat ‘milieu-impact’ op de eerste plaats, terwijl ‘dierenwelzijn’ primeert bij de Duitse bevolking. Gemiddeld gezien is ‘gezondheid’ de hoofdreden in heel Europa.
In 2016 aten de Belgen reeds 10 tot 16% minder vlees in vergelijking met vier jaar eerder. Maar in contrast met andere Europese landen blijven Belgen echte vleesliefhebbers, want 51% eet wekelijks meer dan drie keer vlees. Volgens het onderzoek zijn jonge consumenten (< 24 jaar) het best geïnformeerd over de ecologische gevolgen van vleesconsumptie. Maar uit de zelfrapporting blijkt dat ze toch vaker vlees eten in vergelijking met oudere leeftijdsgroepen.
Alternatieve eiwitbronnen
De onderzoekers stellen dat tegen 2025 de verhouding tussen het consumeren van dierlijke en plantaardige eiwitten zich zal verplaatsen van 60-40% naar 50-50%. Toch zijn sommige eiwitalternatieven nog een brug te ver voor consumenten: 71% van de ondervraagden meent vlees nooit te zullen vervangen door zeewier, algen of insecten. Slechts bij 10% staan algen, bijvoorbeeld in de vorm van een hamburger, op het menu. En voor insecten is dit zelfs 8%.