Vlees weegt zwaar door op de ecologische impact van onze voeding. Heel wat alternatieven zien het daglicht. Zo ook ‘kweekvlees’. Wat zijn de effecten hiervan op de gezondheid? Op het milieu? Op de samenleving? Stof tot nadenken.
Kweekvlees (of in-vitrovlees) wordt voorgesteld als alternatief voor landbouwdieren. De productiekosten zijn nog altijd zeer hoog, maar liggen toch al iets lager. Het is mogelijk om culturen van spiercellen van quasi elk dier te ontwikkelen. In Singapore bestaat er bijvoorbeeld al ‘tijgersteak’. Volgens specialist ter zake Jean-François Hocquette, onderzoeksdirecteur van het INRAE (Clermont-Ferrand) en voorzitter van de organisatie Zootechnie, roept dit nieuwe voedingsmiddel nog allerlei vragen op. Kweekvlees zou een ‘schoner’ alternatief zijn dan regulier vlees. Maar is het écht beter voor mens, dier en planeet?
Lees ook: Insecten: hoe kwaliteitsvol zijn hun eiwitten?
Kweekvlees is niet energiezuinig
Het valt niet te ontkennen dat het kweken van celculturen minder land in beslag neemt dan landbouwdieren. Maar het volledige proces is allesbehalve energiezuinig. Het energieverbruik voor de productie van kweekvlees is uiteindelijk hoger dan voor de pluimvee- en varkensteelt, en volgens bepaalde studies zelfs ook meer dan de veeteelt, aldus Jean-François Hoquette. De specialist merkt op dat de ecologische belasting van in-vitrovlees vaak onderschat wordt doordat men niet met alle gegevens rekening houdt, zoals de proliferatie- en differentiatiefasen in de bioreactoren, belangrijke ingrediënten zoals groeifactoren en andere recombinante eiwitten.
Welk effect heeft kweekvlees op de gezondheid? We kunnen er niet om heen: we beschikken nog niet over voldoende gegevens. Maar het is duidelijk dat het product op technologisch, zintuiglijk en nutritioneel vlak heel erg verschilt van echt vlees. De culturen van spierweefsel zijn doorgaans bleek van kleur door de afwezigheid van myoglobine, waardoor het een minder goede bron van heemijzer is. Nog zorgwekkender is dat de snelle proliferatie op industriële schaal het risico op een opeenstapeling van genetische modificaties vergroot. Hierdoor stellen we ons ook vragen bij het mogelijke kankerverwekkende effect van kweekvlees. Tot slot, in tegenstelling tot niet-bewerkt vlees is kweekvlees an sich een ultrabewerkt voedingsmiddel.
Lees ook: Eiwitrijke diëten gevaarlijk voor het hart
Een keuze van de samenleving … Maar welke samenleving?
Er zijn ook heel wat ethische vragen over de ontwikkeling van kweekvlees, die verder gaan dan enkel het doden van dieren voor consumptie. Hoe zullen de weilanden, de landbouw, het landschap en het platteland er zonder landbouwdieren in de toekomst uitzien? Minder dieren betekent ook minder biodiversiteit, minder leven op het platteland … Wat betekent dit voor de boeren, met name in de arme landen en de ontwikkelde landen? Hoe wordt deze voeding beheerd en gecontroleerd? En door wie? Willen we dat bedrijven zoals FoodTech de productie en kwaliteit van onze voedingsmiddelen beheren in plaats van onze lokale boeren? Gaan we hiermee niet naar een ontmenselijking van onze voeding?
Is kweekvlees eigenlijk wel echt vlees? En mogen we het ‘kweekvlees’ noemen, wetende dat dit niet om hetzelfde product gaat? Kweekvlees bestaat immers uit spiervezels of een mengeling van spiercellen waaraan de ontbrekende voedingsstoffen worden toegevoegd. Vlees ondergaat een rijpingsperiode (bv. 10 à 30 dagen voor rundvlees), wat niet het geval is bij celvlees. Voor de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) is het duidelijk: dit is geen vlees, maar een nieuw voedingsproduct. Voordat de producenten hun kweekvlees in de Europese Unie in de handel kunnen brengen, moet de Novel Food-procedure eerst bevestigen dat het product veilig is voor consumptie …
Lees ook: Evenwichtige voeding combineren met respect voor het milieu
Bron:
Rondetafel georganiseerd door Apaq-W en Vlam, 10 november 2022.