Het verbod om gesuikerde dranken te verkopen in de scholen van Boston blijkt te leiden tot een effectieve daling van frisdrankconsumptie bij jongeren.
De doeltreffendheid van het beleid steunend op een verbod met als doel gedragingen te veranderen is het onderwerp van geanimeerde debatten, waar argumenten en tegenargumenten op een evenwichtige manier getrotseerd worden maar waardoor een bepaalde vaagheid in stand gehouden wordt. Het gaat hier in het bijzonder over gesuikerde dranken waarvan de bijdrage in de voeding van Amerikaanse adolescenten wordt geschat op 300 kcal per dag of 13% van de totale energetische intake. Een poging om een antwoord te bieden aan de excessieve consumptie van gesuikerde dranken is het verbod van de verkoop van gesuikerde dranken, fruitsap en sportdranken in de gebouwen en campus van de openbare scholen van Boston in 2004. Onderzoekers van de school van Volksgezondheid van Harvard, in Boston, hebben de invloed van deze maatregel op de consumptie geëvalueerd. Ze hebben de consumptie van gesuikerde dranken bepaald bij 2000 studenten uit 17 secundaire scholen vanaf het verbod tot in 2006. De resultaten tonen aan dat de hoeveelheid gesuikerde dranken effectief gedaald was: van een portie 1,71 in 2004 naar 1,38 in 2006. Deze daling is volgens de auteurs apprecieerbaar omdat de nationale gegevens (NHANES) voor dezelfde periode geen significatieve wijziging van de consumptie van gesuikerde dranken vertonen. De studie laat echter niet toe te weten of deze daling, die overeenkomt met 45 kcal, een invloed heeft op het gewicht van adolescenten en of deze niet gecompenseerd wordt door andere energetische bronnen.