Een studie van Duke University brengt een verrassende potentiële reden aan het licht waarom mensen te veel eten of bijkomen: ze willen in de smaak vallen bij anderen en hen vooral niet kwetsen. Tijdens de feestperiode, met de typische calorierijke familiemaaltijden, worden voor wie lijnt, tal van analyses gepubliceerd over gezond eten. Hier bekijken de auteurs het proces waarmee we gerechten kiezen voor onze gasten echter vanuit een originele invalshoek. Ze tonen namelijk aan dat het menu meer wordt bepaald door hoffelijkheid dan door de gezondheid.
Professor marketing Peggy Liu voerde verschillende experimenten uit over de manier waarop mensen ‘gezonde of ongezonde’ voedingskeuzes maken, en dat wanneer ze beslissen voor zichzelf, voor een ander met hetzelfde lichaamsgewicht of voor zichzelf en voor een ander met overgewicht. In een eerste experiment werd de deelnemers gevraagd te kiezen tussen tarwecrackers of koekjes met chocolade, voor zichzelf en voor een andere persoon die ze net hadden ontmoet. In sommige gevallen had die ander een normaal gewicht, in andere gevallen was hij of zij zwaarlijvig.
De onderzoekers stellen vast dat 60% van de deelnemers dezelfde snack voor zichzelf en de ander kiest wanneer die laatste zwaarlijvig is. Wanneer de ander echter een normaal gewicht heeft, maken ze slechts in 30% van de gevallen dezelfde keuze. Besluit: wanneer de ander zwaarlijvig is, kiezen de deelnemers niet volgens zijn of haar lichaamsgewicht, maar wel om hem of haar niet te kwetsen. Mensen zijn geneigd ‘gezonde’ keuzes te maken voor zichzelf en ‘diplomatieke’ keuzes voor anderen.
In een ander experiment vinden de deelnemers twee zaken ongepast:
- Een zwaarlijvige persoon gezonde voeding aanbieden en voor zichzelf iets lekkers maar ongezonds kiezen.
- Een zwaarlijvige persoon lekkere maar ongezonde voeding aanbieden en voor zichzelf iets gezonds kiezen.
Uit dit experiment blijkt dat de voeding in groep eerder wordt bepaald door hoffelijkheidsregels dan door gezondheidsprincipes.
Men lijkt vooral te kiezen om niet te kwetsen of om mensen niet te stigmatiseren, en dus om bij iedereen in de smaak te vallen. De voedselkeuzes die we in het echte leven vaak maken voor anderen, zoals ons gezin of onze vrienden, zijn vooral bedoeld om ‘in de smaak te vallen’ en iedereen tevreden te stellen. We kiezen veeleer gerechten die inspelen op de behoeften of wensen van elk gezinslid, ook al zijn ze ongezond.
Peggy J. Liu, Organizational Behavior and Human Decision Processes, Volume 122, issue 2, november 2013, pages 291-304.