Een hoge consumptie van charcuterie zou astmasymptomen mettertijd kunnen versterken, zegt een team van Franse onderzoekers. Zij maakten onlangs de resultaten bekend van een onderzoek op basis van gegevens van 1000 personen, die ze gemiddeld 7 jaar hadden opgevolgd.
Charcuterie en ademhaling: hier schort iets aan!
De consumptie van charcuterie is eerder al in verband gebracht met een stijging van het risico op chronische obstructieve bronchopneumopathie (COPD), maar het verband met astma was nog nooit geopperd. We weten al dat bepaalde eetgewoonten en zwaarlijvigheid voorspellende factoren voor astma zijn. Deze nieuwe gegevens komen uit de EGEA-studie, een epidemiologische studie van de genetische en omgevingsfactoren van astma, bronchiale hyperactiviteit en atopie. De 1000 personen van het cohort waren gemiddeld 43 jaar oud. In de loop van de follow-upperiode van 7 jaar maakte 20% melding van een verergering van hun astmasymptomen. Om inzicht te krijgen in de oorzaak daarvan, namen de onderzoekers van het Inserm het eetpatroon van de cohortleden onder de loep.
Minstens 4 keer per week
Na het uitsluiten van zwaarlijvigheid (en de BMI) als verstorende variabele bemerkten de wetenschappers dat een hoge consumptie van charcuterie (minstens 4 keer per week) verband bleek te houden met een verergering van de astmasymptomen. In een andere gekruiste analyse tonen ze bovendien aan dat amper 14% van het verband tussen de charcuterieconsumptie en astma te verklaren valt door zwaarlijvigheid (indirect effect). Volgens de auteurs geven deze resultaten aan dat er wel degelijk een verband bestaat tussen onze voeding en het optreden van astmasymptomen en een verergering daarvan. Alweer een goede reden dus om te blijven hameren op de boodschappen die mensen moeten stimuleren om charcuterie (waarvan ook het effect op darmkanker is erkend) slechts met mate te nuttigen.
Communiqué – Salle de Presse Inserm, ‘Charcuterie et asthme: meilleurs ennemis?’ 30 janvier 2017.