Steeds meer mensen passen hun eetgewoontes aan om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Naast de flexitariër, maakt nu ook de klimatariër zijn opmars.
De ‘klimatariër’ vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten, de New York Times heeft het begrip uitgeroepen tot de nieuwe trend van 2016. Een klimatariër ontzegt zichzelf niets en eet alles, maar met een minimale impact op het milieu. Zo eet hij minder vlees en meer groenten, vanwege het grote waterverbruik en de methaanconcentraties bij de vleesproductie. Gezien het verschil in milieuvervuiling, verkiest een klimatariër vis, gevolgte en varkensvlees boven runds-en lamsvlees. Ook de minder bekende stukken vlees, zoals schenkel en wangen, zijn gegeerd.
Lokaliteit is troef
Lokaliteit staat centraal, een klimatariër wenst transport en uitlaatgassen zoveel mogelijk te beperken en koopt groenten en fruit rechtstreeks bij de lokale boer. Seizoensgebonden producten zijn tevens verser, wat verspilling tegengaat. Een klimatariër is een alleseter en gebruikt alles wat eetbaar is, zoals groentenrestjes om bouillon te trekken. Hij wil de afvalberg zoveel mogelijk beperken, want ook hier gaat energie verloren bij het verwerken en het transporteren.
Meer authenticiteit, minder plastiek
Klimatariërs verkiezen onbewerkte en onverpakte voedingsproducten. Een productieproces in de fabriek vergt namelijk meer energie en ook plastieke verpakkingen vervuilen onze oceanen. Zo gebruiken ze vaker herbruikbare potten, tassen of manden bij het winkelen. Door het kopen van kleine hoeveelheden, blijven voedingsproducten langer vers. Ook ingevroren producten zijn uit den boze, want ook hier gaat extra energie verloren.