Volgens een analyse van ongeveer honderd studies waaraan wereldwijd zo’n drie miljoen mensen hebben deelgenomen, zou het verband tussen obesitas en sterfte in werkelijkheid niet lineair zijn, wat de opkomende thesis van de obesitasparadox steunt.
Onlangs leidden studies over de relatie tussen het BMI, diabetes en sterfte tot grote verwarring in de medische wereld, omdat ze een hoger risico op sterfte aantoonden bij diabetici met een normaal gewicht dan bij diabetici met overgewicht of obesitas. Sommige experts hebben toen gewag gemaakt van de “obesitasparadox”, die nu door vrij overtuigende nieuwe cijfers lijkt te worden bevestigd.
In deze analyse, gepubliceerd in het januarinummer van JAMA, bundelden de auteurs de resultaten van studies over de relatie tussen het BMI en het risico op sterfte door alle oorzaken. 97 studies, verspreid over 4 continenten met in totaal 2.880.000 deelnemers en 27.000 gerapporteerde overlijdens, voldeden aan de inclusiecriteria.
In vergelijking met een normaal gewicht (BMI tussen 18,5 en 25) wordt overgewicht (BMI tussen 25 en 30) in verband gebracht met een significant lagere sterftekans van 6%. Mensen met obesitas (BMI hoger dan 30) lopen een verhoogd risico van 18%. De analyse van de verschillende klassen obesitas brengt verdere nuances aan: obesitas klasse 1 (BMI tussen 30 en 35) wordt geassocieerd met een lager risico van 5%, terwijl klasse 2 en 3 het risico met 29% verhogen.
Volgens de auteurs zouden dus de meest ernstige vormen van obesitas het sterftecijfer verhogen, in vergelijking met een gezond gewicht. Een licht overgewicht zou bescherming kunnen bieden, door een betere kennis van de medische behandeling van de patiënt, de metabole cardioprotectieve effecten van vet of gewoon door de voordelen van vetreserves die een betere weerstand bieden tegen ziekte.
Katherine M. Flegal et al., JAMA. 2013; 309(1): 71-82.