Naar een gezondere voedingsomgeving: utopie of werkelijkheid?

In België heeft één op de twee personen van 3 jaar en ouder overgewicht, zo blijkt uit cijfers van de nieuwe Voedselconsumptiepeiling*. Hoewel dat cijfer de afgelopen 10 jaar stabiel is gebleven, vormt het nog steeds een groot probleem voor de volksgezondheid en een grote uitdaging voor zowel gezondheidsprofessionals als de voedingsindustrie.
Om concrete wegen naar een gezondere voedselomgeving te verkennen, kwamen gezondheidsexperts en vertegenwoordigers van overheden, industrie en distributie samen op de tweede Open Real Talk, georganiseerd door Coca-Cola, in samenwerking met Food in Action.
Overgewicht en sedentariteit
Wat zit er achter dat percentage van 49% van de bevolking ouder dan 3 jaar met overgewicht?
Laurence Doughan (FOD Volksgzondheid): “Dat betekent één op de twee mensen die slecht eet, net goed op zijn voeding let en wellicht niet genoeg beweegt. En dat is wat we in de samenleving moeten proberen te veranderen.”
Te vette, te zoete of te zoute voeding (zout stimuleert de voedselinname) leidt tot een positieve energiebalans. Maar er is ook het gebrek aan lichaamsbeweging: Sciensano onthulde onlangs dat slechts 1 op de 3 kinderen en 1 op de 5 adolescenten het aanbevolen niveau van lichaamsbeweging halen. Een spijtige situatie, vindt Prof. Marc Cloes (ULg), die gelooft dat het startpunt voor verandering ligt in mensen te helpen een activiteit te vinden waarin ze zich competent voelen en plezier hebben.
Minder suiker: hoe ver moeten we gaan?
Bekijk het interview met Nicolas Guggenbühl, hoofdredacteur van Food in Action en docent aan de HE Vinci, die stelt dat suiker slechts een deel van het probleem is.
Suiker speelt een belangrijke rol in ons eetgedrag. Dr. Anne Boucquiau (SBMN): “Iedereen voelt zich aangetrokken tot suiker. Het probleem is dat we een beetje suiker hebben toegevoegd aan een heleboel producten die misschien helemaal niet zoet horen te zijn, omdat het consumenten ook aanmoedigt om meer te nemen. Het zet dus ook aan tot overconsumptie en overmatig eten, omdat er een notie van plezier is.“
Nochtans blijkt uit enquêtes dat de consumenten meestal wel weten dat het belangrijk is om minder suiker te gebruiken. “Dat is een van de grote paradoxen”, legt Prof. Fons Van Dyck (VUB) uit, “aan de ene kant is er veel bewustwording, maar aan de andere kant volgt gedrag niet of onvoldoende.”
Beluister het interview met diëtisten die hun mening en ervaring delen over de rol van een suikerhoudende drank in het dagelijkse eetpatroon, de consumptie van suiker en gezoete dranken.
Wat zoetstoffen betreft, is diëtist Michaël Sels (UZAntwerpen) van mening dat, hoewel ons lichaam geen suikervrije alternatieven nodig heeft, ze een interessant hulpmiddel zijn om de hoeveelheid suiker die we consumeren te verminderen.
Toch trekt bijna één op de twee mensen de veiligheid van zoetstoffen in twijfel. En dat ondanks het feit dat de voedselveiligheidsagentschappen unaniem beweren dat er tot de aanvaardbare dagelijkse inname, die over het algemeen overeenkomt met royale porties gezoet eten of drinken, geen gezondheidsrisico is, stelt Nicolas Guggenbühl (FIA & HE Vinci). Dat neemt evenwel niet weg dat we kinderen ook moeten opvoeden op het vlak van smaken, zodat ze leren om minder suiker te eten, voegt Anne Bouquiau daaraan toe.
Ook de voedingsindustrie moet in actie komen!
Wat is de rol van de voedingsindustrie in dit complexe vraagstuk?
Voor Ann Nachtergael (FEVIA) heeft de voedingsindustrie een verantwoordelijkheid, maar “we lossen het probleem niet alleen op. We moeten samenwerken om de omstandigheden te verbeteren. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid, de overheid, wetenschappers, iedereen moet samenwerken.”
Daartoe hebben we betrouwbare gegevens nodig, onder meer van Sciensano, om de beleidsmakers maar ook de industrie te helpen. Telkens 10 jaar moeten wachten op een nieuwe voedselconsumptiepeiling is niet de beste manier om erachter te komen waar we staan op het gebied van voeding en lichaamsbeweging, en om doelstellingen aan te passen. Er is onafhankelijk toezicht nodig om de ontwikkelingen en engagementen die door de voedingsindustrie worden aangekondigd te objectiveren.
Evaluatie van de voedingsindustrie en de distributie
Sinds 2021 evalueert Sciensano de acties van de grootste voedingsbedrijven en distributeurs in de aanpak van obesitas en sinds 2024 is daar de dimensie duurzaamheid aan toegevoegd. Nicolas Guggenbühl gaf een voorproefje van de belangrijkste resultaten van Sciensano’s nieuwste rapport. De top 5 bedrijven, in dalende volgorde, waren Danone, Nestlé, McCain, Coca-Cola en Mars. Bij de retailers stond Delhaize bovenaan, gevolgd door Colruyt.
Nicholas Courant (Coca-Cola België & Luxemburg): “We zijn een aantal engagementen aangegaan” ten voordele van een gezondere voedingsomgeving.
Zo hebben we bijvoorbeeld het suikergehalte de voorbije 20 jaar met 30% verminderd. Vandaag zijn 52% van onze dranken calorievrij of caloriearm.
We richten onze marketing niet op kinderen jonger dan 13 jaar en we zijn in overleg binnen Fevia om die leeftijdsgrens te verhogen naar 16 jaar.
En wat als u eerste minister was?
Als uitsmijter stelden we deze vraag, waarop Nicolas Guggenbühl antwoordt dat hij de minister van Volksgezondheid ervan zou overtuigen dat het voorkomen van obesitas veel duurzamer is voor de sociale zekerheid dan een behandeling ervan met medicijnen.
En Laurence Doughan zou iedereen in België sociale voedselzekerheid bieden: 125 euro per maand, uitsluitend te besteden aan gezonde voeding.