Zijn verzadigde vetzuren echt de eeuwige boeman voor de cardiovasculaire gezondheid? Een grootschalig onderzoek heeft die stelling aan het wankelen gebracht … Althans in het geval van primaire preventie, bij mensen die geen last hebben van atherosclerotische hart- en vaatziekten.
Al decennialang krijgen verzadigde vetzuren de schuld voor de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. De belangrijkste reden hiervoor is dat de inname van verzadigde vetzuren – met name de zogenaamde ‘atherogene’ vetzuren C12, C14 en C16 – gelinkt kan worden aan een hoger gehalte van LDL-cholesterol, oftewel een gekende risicofactor voor hart- en vaatziekten. Toch is dit een verre van eenvoudig plaatje, en hebben meerdere studies vraagtekens geplaatst bij de werkelijke rol van verzadigde vetzuren bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. Dit geldt met name voor verzadigde vetzuren uit zuivelproducten, maar ook voor bepaalde omgekeerd evenredige verbanden tussen de consumptie van verzadigde vetzuren en een andere cardiovasculaire risicofactor: lipoproteïne(a) of Lp(a).
Meer leesvoer: Hoe enkelvoudig onverzadigde vetzuren ons intelligenter hebben gemaakt
Te veel lipoproteïne(a) bij 30% van de bevolking
Lp(a) wordt beschouwd als een causale en onafhankelijke risicofactor voor atherosclerotische hart- en vaatziekten. Toch zijn het achterliggende pathogene mechanisme en de factoren die invloed hebben op de concentratie en werking van Lp(a) nog niet helemaal bepaald. Er wordt geschat dat 30% van de bevolking een potentieel atherogeen Lp(a)-gehalte heeft, wat verontrustend is, te meer omdat er nog steeds slechts beperkte therapeutische ingrepen beschikbaar zijn.
Uit verschillende studies is al gebleken dat er een omgekeerd evenredig verband bestaat tussen de consumptie van verzadigde vetzuren en het Lp(a)-gehalte, maar dit effect is nog niet volledig gekwantificeerd. Vandaar ook het belang van deze systematische studie en meta-analyse van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken, uitgevoerd bij mensen zonder atherosclerotische hart- en vaatziekten, die verschenen is in het American Journal of Clinical Nutrition.
Meer leesvoer: Microplastics tasten cardiovasculaire gezondheid aan
Minder verzadigde vetzuren = meer koolhydraten of transvetzuren
Van de 6255 geïdentificeerde publicaties werden 27 gerandomiseerde gecontroleerde studies met in totaal 1325 deelnemers en 49 vergeleken eetpatronen opgenomen. De hoeveelheid verzadigde vetzuren in deze eetpatronen varieerde van 3,7% van de totale energie-inname (het laagste niveau) tot 17,8% van de totale energie-inname (het hoogste niveau).
Uit de resultaten blijkt dat een lagere inname van verzadigde verzuren – wat algemeen wordt beschouwd als bevorderlijk voor de cardiovasculaire gezondheid – gepaard gaat met een bescheiden, maar toch niet onbelangrijke toename van het Lp(a)-gehalte, met name een gemiddelde stijging van 5,5% nadat 2 tot 16 weken een eetpatroon met weinig verzadigde vetzuren werd aangehouden. Deze toename wordt toegeschreven aan het vervangen van verzadigde vetzuren door koolhydraten of transvetzuren. Aan de andere kant lijkt het vervangen van verzadigde vetzuren door enkel- of meervoudig onverzadigde vetzuren geen effect te hebben op het Lp(a)-gehalte (en biedt dit in die zin ook geen voordeel).
Deze resultaten stellen de gevestigde voedingsaanbevelingen opnieuw ter discussie. De auteurs roepen op tot bijkomend onderzoek om de atherogene eigenschappen van een veranderend Lp(a)-gehalte als gevolg van voeding, te evalueren.
Meer leesvoer: Ontstekingsindex van voeding en cardiovasculair risico