Een dieet rijk aan vetten zou voor ongewenste veranderingen zorgen in de darmmicrobiota. Uit een nieuwe studie uitgevoerd in China en gepubliceerd in het tijdschrift Gut blijkt er wel degelijk een link te bestaan tussen vetinname & microbiota.
Het is al enige tijd geweten, uit wetenschappelijk onderzoek, dat er een link bestaat tussen de microbiota en het voedingspatroon. Zo toont voormalig onderzoek bijvoorbeeld aan dat de microbiota van personen met een hoge consumptie aan dierlijke eiwitten en verzadigde vetzuren meer Bacteroides vertonen, een hoge alcohol-inname en een voedingspatroon met veel poly-onverzadigde vetzuren meer Ruminococcen bevat en een voeding rijk aan koolhydraten een dominantie vertoont van Prevotella.
Vetinname & microbiota: grotere diversiteit bij lage inname
Voor dit onderzoek werden 217 volwassenen van 18 tot 25 jaar opgevolgd gedurende 6 maanden lang. De studiegroep had een BMI lager dan 28 kg/m² en bestond voor 52% uit vrouwen.
De deelnemers kregen isocalorische maaltijden met drie verschillende vetpercentages: een lage vetinname van 20 energieprocent (EN%) vet, een gemiddelde vetinname van 30EN% vet en een hoge vetinname van 40EN% vet. Het voedingspatroon van de deelnemers werd dus gewijzigd door een aanpassing van de vet-inname.
Uit de resultaten blijkt dat de darmbacterieën bij het dieet met de laagste vetinname een grotere diversiteit vertoonde, met een stijging van de bacteriën Blautia en Faecalibacterium. Het dieet met de hoogste vetinname vertoont daarentegen een stijging van de darmbacteriën Alistipes en Bacteroides en een daling van Faecalibacterium.
Niet enkel de darmbacteriën wijzigen
Naast de invloed van de vetinname op de microbiota tonen de resultaten van het onderzoek een significante daling van korteketenvetzuren bij een vetinname van 40EN%. Daarnaast was er een fecale verrijking van arachidonzuur en lipopolysaccharide biosynthese, alsook verhoogde plasma pro-inflammatoire factoren. Daarentegen was er bij een vetinname van 20EN% een daling merkbaar van de co-metabolieten p-cresol en indol.
Kortom, de overgang van een lage vetinname naar een hoge vetinname werd in dit onderzoek bij volwassenen geassocieerd met ongunstige veranderingen in de microbiota. Ook het fecaal metabolisch profiel en pro-inflammatoire factoren werden beïnvloed door de wijzigingen in de vetinname.
Lees ook:
- Vezels voeden microbiota in de darmen
- Microbiota zou ook bloedvetten beïnvloeden