Miljoenen patiënten met het metabool syndroom zouden meer vitamine E nodig hebben, aldus deze studie van de Oregon State University. Het metabool syndroom gaat samen met een grotere behoefte aan vitamine E. Volgens het American Journal of Clinical Nutrition is dit een echt probleem voor de volksgezondheid, zeker gezien de toenemende prevalentie van obesitas.
Een groot tekort aan vitamine E
Vitamine E, een micronutriënt waarvan de adequate inname bij diëten zeer moeilijk is te realiseren, is een belangrijke antioxidant voor de celbescherming. Vitamine E is in een hoge hoeveelheid te vinden in amandelen, tarwekiemen, verschillende zaden en oliën en in lagere niveaus in sommige groenten, zoals spinazie en kool.
Vitamine E is betrokken bij meerdere processen: de stof beïnvloedt de genexpressie en het immuunsysteem, bevordert de wondgenezing en het herstel van beschadigingen door aderverkalking, speelt een belangrijke rol in het gezichtsvermogen en de neurologische functie enz.
Eerdere studies hebben aangetoond dat in de meeste rijke landen 80 tot 90% van de bevolking de aanbevolen dagelijkse dosis vitamine E niet via de voeding binnenkrijgt. Bovendien hebben conventionele tests om het vitamine E-gehalte in het bloed te meten een beperkte nauwkeurigheid vergeleken met tests in onderzoekslaboratoria, wat zelfs nog grotere tekorten zou kunnen verbergen.
Dertig tot vijftig procent meer behoefte aan vitamine E
Onderzoekers van de Oregon State University en van het Human Nutrition Program van de Ohio State University hebben een dubbelblind onderzoek uitgevoerd over het vitamine E-gehalte bij patiënten met het metabool syndroom. Het metabool syndroom wordt gedefinieerd door overgewicht (buikvet) en de aanwezigheid van ten minste twee risicofactoren, waaronder:
- een hoge bloeddruk
- hypertriglyceridemie
- hyperglykemie of insulineresistentie
- te weinig HDL-cholesterol
- een pro-inflammatoire of protrombotische status
Door vitamine E te mengen met deuterium, een stabiele isotoop van waterstof, konden de wetenschappers de door het lichaam geëlimineerde hoeveelheid van dit micronutriënt vergelijken met de ingenomen hoeveelheid.
Laboratoriumtests tonen aan dat patiënten met het metabool syndroom ongeveer 30 tot 50% meer vitamine E nodig hebben dan gezonde personen. Dit resultaat bevestigt de resultaten van eerdere studies door hetzelfde team, die een lagere biologische beschikbaarheid van vitamine E vaststelden bij patiënten met het metabool syndroom.
Routinetests geven een vertekend beeld: bij deze patiënten lijkt het vitamine E-gehalte in het bloed vaak normaal, omdat dit micronutriënt wordt aangetrokken door de hoge cholesterol- en vetniveaus. Vitamine E kan dus in verhoogde mate in de bloedsomloop blijven en de illusie geven van een adequate hoeveelheid, zelfs als er eigenlijk een tekort is in de weefsels.
Deze resultaten bevestigen eveneens dat patiënten met het metabool syndroom verhoogde oxidatieve en inflammatoire stress hebben en dus meer behoefte aan antioxidanten, zoals vitamine E!