De inname alfa-linoleenzuur wordt geassocieerd met een verminderd risico op hart-en vaatziekten. Toch is meer onderzoek nodig.
Van de inname van het essentiële vetzuur, alfa-linoleenzuur (ALA) wordt algemeen aanvaard dat er een gunstig effect is op hart en bloedvaten. Een aantal wetenschappers aan gereputeerde onderzoekscentra (o.a. Harvard Medical School) stelden echter een aantal inconsistenties vast in voorafgaandelijk onderzoek die het verband tussen de inname van ALA en hart –en vaatziekten (HVZ) onderzoekt. Vanuit de wens om hierover duidelijkheid te scheppen hebben zij in consortium een meta-analyse uitgevoerd van bestaande studies over dit onderwerp (tot januari 2012).
Zowel studies die onderzoek deden naar de inname van ALA via de voeding als studies die zich baseerden op detectie van ALA als biomerker in het bloed of vetweefsel werden opgenomen in het meta-onderzoek. Het kon hierbij gaan om prospectief als om retrospectief onderzoek. Uiteindelijk werd op 27 studies een multivariable regressie analyse uitgevoerd die sloeg op in totaal 251.049 personen, waarvan er bij 15.327 één of andere vorm van hart -en vaatziekten werden vastgesteld.
Uit het grootschalig onderzoek kon opgemaakt worden dat een hogere blootstelling aan alfa-linoleenzuur gepaard ging met een misschien niet erg uitgesproken, maar toch lager risico op hart –en bloedvaten. De resultaten voor inname van ALA via de voeding als waargenomen in het vetweefsel waren algemeen beschouwd consistent te noemen. Bij de studies met ALA als biomerker konden echter statistisch niet significante resultaten worden vastgesteld. Door een hoge graad aan onverklaarde heterogene resultaten doen de onderzoekers een oproep voor bijkomend ditmaal gerichter onderzoek naar het effect van ALA op HVZ.
Pan A. et al., Am J Clin Nutr, December 2012, vol. 96, no. 6, 1262-1273.