Minstens één keer per week vis eten is geassocieerd met een hoger intelligentiequotiënt en een betere nachtrust bij kinderen, aldus een nieuwe studie uitgevoerd bij kinderen van 9 tot 11 jaar.
‘Van vis word je slim’, luidt het gezegde. Dat veronderstelde effect werd lang toegeschreven aan fosfor, maar tegenwoordig zijn vooral de omega 3-vetzuren uit vis in zwang als geloofwaardige kandidaten voor de positieve effecten op de hersenontwikkeling.
Een studie onder leiding van Jianghong Liu (Pennsylvania State University) onderzocht de gewoonten op het gebied van omega 3-inname en nachtrust bij 541 Chinese kinderen van 9 tot 11 jaar. Hun intelligentiequotiënt (IQ) werd gemeten met de Wechsler Intelligence Scale for Children-Revised.
Viseters scoren 4,8 IQ-punten meer
De resultaten werden gepubliceerd in het tijdschrift Scientific Reports en geven aan dat kinderen die minstens één keer per week vis eten, 4,8 punten hoger scoren voor het IQ in vergelijking met kinderen die zelden vis eten. Kinderen die af en toe vis eten, scoren 3,3 punten hoger.
Kinderen die wekelijks vis eten, vertonen bovendien minder slaapstoornissen dan kinderen met een lagere visinname, wat erop wijst dat hun nachtrust in het algemeen van betere kwaliteit is. Ondanks het besmettingsprobleem door zware metalen geeft dit onderzoek goed aan dat de verhouding tussen de risico’s en de voordelen voor de hersenen duidelijk overhelt in het voordeel van vis eten.
Vis vanaf de 10de maand
Omega 3, nachtrust en de hersenen hangen samen. Een slaaptekort is geassocieerd met een minder goede cognitie en asociaal gedrag. Uit ander onderzoek bleek overigens al dat suppletie met omega 3 asociaal gedrag kan verminderen.
Volgens de auteurs is dit de eerste studie die aangeeft dat een frequente consumptie van vis slaapproblemen kan verbeteren, wat de cognitieve functies van kinderen verbetert.
Voor Jennifer Pinto-Martin (Penn State, coauteur van de studie) kun je vis vanaf de leeftijd van 10 maanden introduceren in de voeding van kinderen (zonder graten uiteraard), en in ieder geval op de leeftijd van 2 jaar. Deze vroege introductie bevordert de aanvaarding, zeker in culturen waar vis niet nadrukkelijk aanwezig is.
De auteurs denken erover om hun onderzoek uit te breiden naar volwassenen, en te bepalen welke vissoorten het gezondst zijn.