Koken is niet meer weg te denken van de televisie of het internet. Zowel beginners als gevorderden staan steeds vaker achter het fornuis met als uitdaging: doe het zelf!
Sinds een paar jaar neemt koken in het dagelijkse leven weer een belangrijke plaats in. We slaan in onze vrije tijd maar al te graag aan het kokkerellen en ook in de media kun je er niet meer naast kijken: koken is alomtegenwoordig. Het is (opnieuw) een hobby geworden en tv-programma’s als ‘Komen Eten’ en ‘De Beste Hobbykok van Vlaanderen’ zijn daar het beste bewijs van. Zelf je potje koken lijkt uiteindelijk toch niet zo ingewikkeld, en zo krijgen hobbykoks dus al enkele jaren de volle aandacht op het kleine scherm. Kortom, koken is weer populair.
Kookboeken in alle vormen en maten verkopen ook als zoete broodjes. En het internet blijft niet achter: het aantal kookwebsites en -blogs is niet meer bij te houden. Nu moet je in dit enorme aanbod weliswaar het kaf van het koren scheiden, maar deze passie voor gastronomie in alle media bewijst in ieder geval dat koken en voeding weer leuk en toegankelijk zijn geworden.
Zin om bij te leren
Het is voor velen een uitdaging om gerechten klaar te maken zoals grootmoeder dat kon. We grijpen terug naar oude waarden via de keuken met een voorliefde voor authentiek eten en een vleugje nostalgie. ‘Doe-het-zelf’ dus, maar even lekker als oma’s kost! De sleutel tot succes: eerst moet je de klassiekers onder de knie krijgen en pas dan kun je overstappen op nieuwe gerechten waar meer techniek bij komt kijken. Koken is niet langer een lastig karwei, maar een hobby.
De financiële crisis en de problemen rond voedselveiligheid van de voorbije jaren zitten er waarschijnlijk voor iets tussen dat consumenten nu meer belang hechten aan wat ze eten. Ze zijn behoedzamer dan ooit en willen de ingrediënten kunnen volgen van boer tot bord – ze willen weten waar hun voeding vandaan komt. Nog nooit eerder kochten zoveel consumenten bijvoorbeeld Corrèzekalf of Wépionaardbeien …
Wie zelf kookt, leeft gezonder?
Dat heb ik zelf gemaakt! Amateurkoks zijn trots op hun kookkunsten, een teken dat de interesse van consumenten in voeding stijgt. Sommigen gaan voor ethisch verantwoorde producten en stellen gezonde, ecologische kost van hoge kwaliteit centraal. Deze trend beïnvloedt wellicht vooral de kinderen van ‘generatie Y’ ofte ‘generatie 2000’, die beduidend meer bewustgemaakt zijn over gezonde voeding. Deze kinderen tonen meer en meer enthousiasme voor voeding en koken, en zelfs voor kooklessen. Nu zwaarlijvigheid alsmaar toeneemt in België –één kind op zeven (13,3%) in de leeftijdsgroep 11 tot 15 jaar lijdt aan overgewicht of zwaarlijvigheid[1]– wordt het essentieel om kinderen al heel vroeg diverse smaken en gevarieerde voeding te leren appreciëren. Onlangs is ook het belang aangetoond van samen eten in gezinsverband, omdat kinderen er zo gezondere eetgewoonten op nahouden, wat dan weer leidt tot een lagere prevalentie van eetstoornissen[2].
Toch is het moeilijk om de echte impact van deze kookwoede op de eetgewoonten op lange termijn te evalueren. Je kunt je vrienden dan wel eens verrassen met een lekkere maaltijd, maar dat betekent nog niet dat je elke dag zelf kookt en de hele week lang evenwichtig eet…
Nieuwe trends bij de consumenten
Op het vlak van voeding verandert er vandaag de dag veel aan ons gedrag, en zelfs aan onze manier van leven. Zo hebben steeds meer mensen oog voor het milieu en duurzame ontwikkeling, en zij verkiezen dan ook zo veel mogelijk seizoensproducten gekweekt in de nabije omgeving. Zij laten prinsessenbonen uit Kenia en koriander uit Israël mooi in de winkelrekken liggen. Biowinkels en zelfs ‘solidaire aankoopgroepen’ (SAG’s), waar men in groep rechtstreeks bij landbouwers producten aankoopt, worden steeds populairder. Het gaat erom producten van bij ons opnieuw te ontdekken, zoals spitskool of zwarte radijzen…
De ‘flexitariërs’ illustreren dan weer een andere trend: zij eten minder vlees, maar schrappen het niet helemaal uit hun menu. Het ‘flexitarisme’ werd gelanceerd door een Amerikaanse voedingsdeskundige[3] en het vormt een antwoord op de bovenmatige consumptie van vleesproducten. Te veel vlees eten is niet alleen slecht voor de gezondheid, maar de overproductie is ook schadelijk voor het milieu. Het ‘flexitarisme’ is geen beperkte vorm van vegetarisme, maar een denkwijze waarbij de voedingsbehoeften van de mens centraal staan. Tenslotte beveelt de voedselpiramide “slechts” één of twee porties eiwitten per dag aan, uit gevarieerde bronnen (vlees, gevogelte, vis, eieren, peulvruchten en plantaardige alternatieven)[4].
Kunnen we zonder vlees? De trend om bewust en weloverwogen vegetarisch te eten komt ook tot uiting in initiatieven als ‘Donderdag Veggiedag’, een project dat twee jaar geleden in Gent werd gelanceerd en dit jaar ook in Brussel zijn intrede maakt. Het principe is eenvoudig: eet op donderdag geen vlees… en het werkt! Het concept is een groot succes in diverse grootkeukens en cafetaria’s[5].
[1] ‘Overweight and Obesity among Adults’ in: Health at a Glance: Europe 2010, OECD Publishing, 2010.
[2] Hammons A.J., FIese B.H., Pediatrics, 2011; peds. 2010-1440.
[3] Dawn Jackson Blatner, ‘The Flexitarian Diet’, McGraw-Hill, 2009.
[4] Download de voedselpiramide gratis op www.foodinaction.com, in A3- of A4-formaat.
[5] Wil je meer weten over dit onderwerp? Ga dan naar www.foodinaction.com en lees het artikel ‘Donderdag eten we vegetarisch’, gepubliceerd op 07/06/2011.