De Europese Commissie vroeg de EFSA om advies over de aangewezen leeftijd voor de voedingsdiversificatie bij zuigelingen. Het advies richt zich nog niet tot het grote publiek. Het moet de autoriteit helpen bij de uitwerking van een etiketteringskader voor gecommercialiseerde babyvoeding in de EU.
Tot nog toe geen consensus over de aangewezen leeftijd voor voedingsdiversificatie
In haar advies wil de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA een einde maken aan het debat. Volgens de EFSA is er geen precieze leeftijd waarop bij alle Europese zuigelingen aanvullende voeding geïntroduceerd moet worden in het eetpatroon. Dat hangt van de specifieke eigenschappen en ontwikkeling van elk kind af. De EFSA vond evenmin aanwijzingen voor de schadelijke of gunstige invloed van aanvullende voeding op de gezondheid van zuigelingen jonger dan 6 maanden.
De autoriteit oordeelt niettemin dat aanvullende voeding vóór de leeftijd van 6 maanden voor de meeste zuigelingen overbodig is. Moedermelk alleen bevat voldoende voedingsstoffen voor kinderen jonger dan 6 maanden. Een uitzondering: jongere zuigelingen die een risico op een ijzertekort lopen, kunnen baat hebben bij aanvullende, ijzerrijke voeding.
Alle adviezen van de EFSA op Food in Action
De belangrijkste conclusies van de EFSA
Zuigelingen ontwikkelen gaandeweg vaardigheden die hen in staat stellen tot de consumptie van aanvullende voeding. De eerste tekenen hiervan zijn de volgende:
- Gepureerde voeding, toegediend met een lepel: tussen 3 en 4 maanden. Zodra het kind zijn hoofdje kan heffen wanneer het op de rug ligt, en het rechtop kan houden wanneer het kind wordt vastgehouden of neergezet. Het brengen van voeding naar de mond en de ontwikkeling van slikreflexen vergt enige tijd.
- Voeding zelf met de handen naar de mond gebracht (finger food): tussen 5 en 7 maanden. Zodra het kind zonder hulp kan neerzitten. De kauwbeweging is nog voor verbetering vatbaar.
- De aangeboden voeding moet een gepaste textuur hebben, afgestemd op de leeftijd (om verstikking te voorkomen) en op de nutritionele behoeften van het kind.
- Het feit dat een zuigeling vóór de leeftijd van 6 maanden voldoende vaardigheden heeft ontwikkeld voor een gevarieerder eetpatroon, betekent nog niet dat ouders aanvullende voeding moeten toedienen.
- Voeding die mogelijk allergenen (zoals eieren, granen, vis en noten) of gluten bevat, kan gelijktijdig met de andere aanvullende voeding in het eetpatroon van de zuigeling geïntroduceerd worden. Die introductie op latere leeftijd verandert niets aan het mogelijke risico op de ontwikkeling van allergieën of glutenintolerantie.
Raadpleeg het volledige rapport van de EFSA.