De eerste 1000 dagen van een baby zijn cruciaal. De evolutie van het ongeboren kind tot de leeftijd van 2 jaar gaat namelijk aanzienlijk snel, zo ook de voedingsgewoonten. We gingen in gesprek met Rolinde Demeyer, kinderdiëtist en lactatiekundige, om het thema aan te kaarten.
Voeding speelt een essentiële rol voor de baby, al vóór de conceptie. Zo wordt een foliumzuursuppletie aangeraden nog voor de uiteindelijke zwangerschap, om het risico op spina bifida te verkleinen. Vervolgens, evolueren de behoeften van baby razendsnel. De ontwikkeling en groei gaan exponentieel, zowel in de buik als tijdens de eerste maanden en de eerste jaren na de geboorte. Van gevoed worden via de navelstreng tot verschillende samenstellingen van (moeder)melk en starten met vaste voeding…De voedingsgewoonten veranderen in een snel tempo en zo ook de darmen en de darmmicrobiota.
Moedermelk, zuigelingenmelk, opvolgmelk of groeimelk…?
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) raadt moedermelk aan tot de leeftijd van 2 jaar, en zolang moeder en kind het wensen. Het moet natuurlijk mogelijk en haalbaar zijn voor beide partijen. Het heeft de voorkeur maar het legt daarom ook veel druk op de ouders. Gezondheidsprofessionals spelen een belangrijke rol om de moeder hierbij te begeleiden, geeft Rolinde Demeyer, kinderdiëtist en lactatiekundige aan. De WHO raadt donormelk (moedermelk van een andere moeder aan) als tweede beste keuze. Aangezien dit in België niet vanzelfsprekend zijn, is tenslotte kunstmelk een optie. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden die, volgens de opschriften, bestemd zijn voor baby’s van verschillende leeftijden:
- Van de geboorte tot 6 maanden: startmelk of zuigelingenmelk
- Van 6 maanden tot 12 maanden: opvolgmelk
- Vanaf de leeftijd van 12 maanden: groeimelk
Enkele nuances bij deze theoretische gegevens zijn nodig, vervolgt Rolinde. Elk kind is namelijk anders. Startmelk kan ook na 6 maanden worden verdergezet, in functie van het kind. Een baby die naast melk zijn of haar behoeften uit vaste voeding (of papjes) haalt, heeft niet noodzakelijk behoefte aan een opvolgmelk. Opvolgmelk wordt namelijk aangeraden om aan de ijzerbehoeften te voldoen, maar dat kan ook uit vaste voeding worden gehaald. Wanneer er voldoende ijzerrijke voedingsmiddelen in het voedingspatroon van de baby kunnen worden geïntegreerd, dan moet de kunstmelk niet noodzakelijk worden aangepast. Zo niet, bijvoorbeeld omdat de baby nog onvoldoende vaste voeding kan innemen, dan is opvolgmelk wel essentieel. Hetzelfde geldt na de leeftijd van 1 jaar. Een baby met aversies of kleine eters, hebben dan baat aan groeimelk zodat de toenemende behoefte wordt gedekt.
Ook interessant: Beïnvloedt de manier van bevallen het gewicht van de baby?
Lees verder onder de video.
Starten met voeding tijdens de eerste 1000 dagen
De voedingsdiversificatie moet van start gaan tussen de 4de en 6de maand en dat is een belangrijke aanbeveling, bevestigt Rolinde. Starten voor 4 maanden geeft gezondheidsrisico’s met zich mee, zoals bijvoorbeeld obesitas. Na 6 maand is het risico op een ijzertekort te groot. De hoeveelheid ijzer die de baby meekrijgt van in de baarmoeder, is voldoende om de behoeften tijdens de eerste 6 maanden te dekken. Naast de nutritionele behoeften, speelt een andere factor een rol. Het kind krijgt rond deze leeftijd zin in eten, en dit willen we niet tegenhouden.
Hoewel er tien jaar geleden werd gezegd dat de introductie van allergenen zo lang mogelijk moest worden uitgesteld, heeft de wetenschap ondertussen het tegenovergestelde kunnen aantonen. Voor pinda en ei is de evidentie het sterkst, geeft Rolinde aan. Bij kinderen met eczeem of reeds een andere IgE-gemedieerde allergie, wordt aangeraden om op 4 maanden te starten met vaste voeding. Zo kunnen pinda en ei bij deze kinderen rond de leeftijd van 6 maanden onmiddellijk worden geïntroduceerd. Maar ook hier is afweging en opvolging door een gespecialiseerde arts nodig. Voor andere kinderen, wordt de introductie van pinda en ei aangeraden voor de leeftijd van 8 maanden.
Het belangrijkste aandachtspunt voor gezondheidsprofessionals? Kijk naar het kind. Er is geen vast moment om te starten met vaste voeding, het is niet of op 4 maanden of op 6 maanden, maar in functie van het kind dat je voor je hebt. Kinderen moeten er klaar voor zijn, en dat kan sterk verschillen van kind tot kind. Net zoals het leren stappen, is er geen exacte leeftijd dat goed is voor iedereen. Kijk naar de drie signalen die aangeven of het kindje klaar is om te starten met vaste voeding:
- Kan het kind stevig zitten (met steun) gedurende enkele minuten?
- Kan het kind het hoofd rechthouden?
- Toont het kind interesse in voeding (grijpt het kind naar voeding…)?
Daarnaast is het essentieel om onmiddellijk te starten met ijzerrijke voedingsmiddelen. Voor 6 maanden kunnen dat plantaardige eiwitbronnen zijn zoals groene groenten, peulvruchten en notenpasta. Vanaf 6 maanden kunnen dat ook dierlijke bronnen zijn.
Kant-en-klare papjes: do or don’t?
Kant-en-klare papjes kunnen een handige optie zijn, geeft Rolinde aan, en voor ouders kan het een opluchting zijn om dat te horen. Kant-en-klare papjes worden onderworpen aan een wettelijk kader en mogen pas op de markt worden gebracht als ze voldoen aan een reeks uitgestippelde eisen. Rolinde adviseert wel om te variëren tussen kant-en-klare papjes en huisbereide maaltijden, en dit om verschillende redenen:
- De baby laten wennen aan meer texturen en verschillende consistenties, de kant-en-klare papjes zijn grotendeels volledig gladgemixt, zeker voor gebruik vanaf 4 maanden;
- De baby laten wennen aan meer smaken en combinaties; in de winkel blijft de keuze uiteindelijk “beperkt” tot wat er is;
Daarnaast bevatten het merendeel van de kant-en-klare groentepapjes steeds een zoete groente (wortel of pompoen) of zelfs fruit, waardoor het meestal erg goed wordt aanvaard door de baby. Het daarnaast aanbieden van minder zoete papjes is dan essentieel, vervolgt Rolinde. Bij het lezen van het voedingsetiket blijkt het aantal vetten in de kant-en-klare opties vaak aan de lage kant, door wat vetstof toe te voegen kan dit op een eenvoudige manier opgelost worden.
Vegan voor baby’s: in België officieel afgeraden maar…
Veganisme bij kinderen is een controversieel onderwerp, geeft Rolinde aan tijdens het interview. Het veganistische voedingspatroon wordt door de Gezondheidsraad in België afgeraden voor jonge kinderen, in Nederland is dat niet zo. Bij een goede opvolging kan veganisme een optie zijn, al vanaf de geboorte, maar hiervoor is voldoende kennis nodig en een goede uitgestippelde opvolging, vervolgt ze.
Dat België het afraadt zorgt er wellicht voor dat minder ouders zich er met onvoldoende kennis aan wagen, en dat is belangrijk. Een ongezond vegan voedingspatroon kan namelijk ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van de baby en het jonge kind. Goed geïnformeerde ouders zijn essentieel aangezien dierlijke voedingsmiddelen moeten vervangen worden op een doordachte manier. Daarnaast is suppletie van onder andere vitamine B12 en omega 3-vetzuren noodzakelijk. In samenspraak met voedingsexperten kan een vegan voedingspatroon wellicht de behoeften van het kind dekken, zegt Rolinde.
Lees ook: Veganisme bij kinderen, wel of niet?
Allergieën en darmkrampen bij baby’s
In de eerste weken na de geboorte kunnen darmklachten vaak voorkomen. Soms komen ze opnieuw op bij het starten met vaste voeding. Heeft een kind last van darmkrampen bij het starten met vaste voeding? Dan zijn er meerdere mogelijkheden, geeft Rolinde aan, waaronder:
- De krampen kunnen licht en van voorbijgaande aard zijn;
- Bij een baby van 4 maand met veel darmongemakken kan even gewacht worden met vaste voeding;
- Er kan even gestopt worden met de diversificatie om het na een week opnieuw op te nemen;
- Op 6 maanden kunnen eerst kleinere hoeveelheden worden gegeven om na te gaan of dit de krampen doet verminderen;
- …
Gaat dit om een allergie? Dan is een opvolging door een gespecialiseerde gezondheidsprofessional noodzakelijk. Alvorens een allergie vastgesteld wordt, ondergaan het kind en de ouders vaak een lange weg waarbij het kind prikkelbaar kan zijn en moeilijk kan slapen. Vervolgens moet het allergeen uit de voeding worden gehaald. Het vraagt tijd en energie. Gezondheidsprofessionals hebben hier een belangrijke ondersteunende rol, vervolgt Rolinde.
Lees ook: Borstvoeding tegen allergieën?