Met de Power of Food Scale is het naar verluidt mogelijk om via een vijftiental vragen de persoonlijke aanleg te bepalen tot snacken en gewichtstoename.
Snacken met funfood, dat vaak vet en/of zoet is, kent de laatste jaren een hoge vlucht en brengt een evenwichtige voeding en een gezond gewicht in het gedrang. Niet iedereen gaat echter op dezelfde manier om met het bestaande voedingsaanbod.
Verschillende signalen ‒ intern en extern ‒ spelen een rol bij het zogenaamde emo-eten (een onweerstaanbare drang om te eten, zonder fysiologische behoefte). De gevoeligheid voor die signalen zou emo-eten, snacken en gewichtstoename kunnen voorspellen.
Gevoeligheid voor een dikmakende omgeving
Voor het eerst hebben onderzoekers nu een studie in real time (dus niet op basis van herinneringen) gewijd aan dagelijks snacken en aan de individuele gevoeligheid voor signalen, geëvalueerd met de Power of Food Scale (PFS). Dat is een hulpmiddel dat in 2009 werd ontwikkeld om de psychologische impact te beoordelen van een omgeving waarin het eten voor het grijpen ligt.
De tool omvat uitspraken zoals “Als ik voedsel zie of ruik dat ik lekker vind, krijg ik vreselijke zin om ervan te eten”, “Ik heb de indruk dat ik vaak aan eten denk”, of “Ik denk dat ik veel meer van eten houd dan de meeste mensen”, waaraan de proefpersoon een score van 1 tot 5 punten moet toekennen.
Negatieve ervaringen en eenzaamheid zetten aan tot snacken
De 53 deelnemers werden tien dagen lang gevolgd en moesten in de loop van de dag willekeurig verschillende vragen beantwoorden.
Uit de resultaten blijkt dat personen met een hogere PFS-score vaker dagelijks snacks eten, wat dan weer samengaat met een hogere BMI. Verder toont de studie aan dat personen met een hoge PFS bij een negatieve ervaring of als ze alleen zijn, sneller naar tussendoortjes grijpen dan wie een lagere PFS heeft.
Schüz B. en al., Int J Behav Nutr Phys Act., 2015 Dec 7; 12(1): 149.