In een studie uitgevoerd bij meer dan 150.000 personen met obesitas werd nagegaan hoe vaak het jojo-effect voorkomt. Conclusie: de meeste personen met overgewicht vallen af en komen weer aan zonder duidelijk plan. De resultaten werden gepresenteerd op ENDO 2016, de jaarlijkse bijeenkomst van de Endocrine Society in Boston.
Om een analyse te maken van de verschillende modellen van gewichtswijziging bekeken de onderzoekers de elektronische medische dossiers van 177.743 patiënten met obesitas, maar zonder andere medische aandoeningen. Hun BMI werd berekend op jaarbasis over een minimale follow-upperiode van vijf jaar.
Zes maanden na de eerste meting werd het BMI van de deelnemers opnieuw gemeten. De onderzoekers gingen na met hoeveel percent het BMI was afgenomen. Op basis daarvan werden de proefpersonen ingedeeld in vier groepen:
- Stabiel: BMI-afname < 5%
- Bescheiden gewichtsverlies: BMI-afname > 5% en < 10%
- Matig gewichtsverlies: BMI-afname > 10% en < 15%
- Sterk gewichtsverlies: BMI-afname > 15%
Langer dan twee jaar op gewicht blijven is moeilijk
Het bleek dat de patiënten die in de eerste periode meer gewicht verloren (sterk gewichtsverlies), meer kans maakten om langere tijd op gewicht te blijven.
In de groep ‘bescheiden gewichtsverlies’ lukte het 23,1% van de patiënten om hun gewicht te behouden. Twee procent bleef gedurende de hele controleperiode van één jaar afvallen. In de groep ‘matig gewichtsverlies’ bleef 14,1% van de patiënten op gewicht, 4,1% viel verder af. In de groep ‘sterk gewichtsverlies’ bleef 19,4% van de patiënten op gewicht en verloor 11,1% meer kilo’s.
Na de follow-upperiode van twee jaar bleken echter steeds minder patiënten in staat om hun gewicht te behouden. In de groepen met bescheiden, matig en sterk gewichtsverlies kreeg respectievelijk 40%, 36% en 19% van de patiënten meer dan de helft van de verloren kilo’s terug.
Het bekende jojo-effect
Het merendeel van de patiënten in elke groep kreeg te maken met het bekende jojo-effect. De personen in de groep ‘sterk gewichtsverlies’ hadden er het minste last van (58,3%). In de groepen ‘bescheiden’ en ‘matig’ gewichtsverlies trad het effect op bij respectievelijk 71% en 74% van de patiënten.
De verschillende modellen voor gewichtsverlies hebben dus verschillende slaagpercentages op lange termijn. Het is dan ook essentieel om samen met een gezondheidsprofessional een goede strategie uit te werken om gewicht te verliezen en op gewicht te blijven.
The Endocrine Society, ENDO 2016, Boston, 02/04/2016.