Elke seconde sterven er in Europa 3 personen aan de gevolgen van een cardiovasculaire aandoening. In veel landen zou de helft van die sterfgevallen verband houden met een onevenwichtige voeding. De nood aan preventie is duidelijk hoog.
Onderzoekers van de Duitse Friedrich-Schiller-Universität Jena onderzochten representatieve gegevens van het Global Burden of Disease-project tussen 1990 en 2016. Ze berekenden het aantal sterfgevallen als gevolg van een onevenwichtige voeding. Daarvoor baseerden ze zich op de voedingsconsumptie en andere risicofactoren in de 51 landen van het Europese deel van de WHO. Wat bleek? Het standaardsterftecijfer per leeftijd als gevolg van cardiovasculaire aandoeningen is de voorbije 26 jaar gedaald, maar in West-Europa is het absolute aantal cardiovasculaire sterfgevallen door onevenwichtige voeding tussen 2010 en 2016 gestegen. Tussen de landen onderling vallen er bovendien aanzienlijke verschillen te noteren.
Onze artikels over het Global Burden of Disease-project
Meer lezen: De nieuwe voedingsprioriteiten voor 2019
Rusland, Polen, Griekenland en Duitsland bij de slechtste leerlingen van de klas
Wat het absolute aantal sterfgevallen ten gevolge van cardiovasculaire aandoeningen betreft, trekt Oost-Europa de kar, met Rusland op kop. In Centraal-Europa is Polen dan weer het land met de meeste sterfgevallen. In die landen vormt de geringe consumptie van volkoren graanproducten de grootste risicofactor op het vlak van voeding. In 2016 hielden verder nog 160.000 sterfgevallen (46% van alle cardiovasculaire sterfgevallen) verband met een onevenwichtig eetpatroon in Duitsland. In dezelfde lijn waren er 97.000 (41%) in Italië, 75.000 (41%) in Groot-Brittannië en 67.000 (40%) in Frankrijk.
Met slechts 13.608 sterfgevallen (12%) als gevolg van een onaangepast voedingspatroon doet België het vrij goed. Ook hier wordt het grootste risico in verband gebracht met een te geringe consumptie van volkoren granen. In Zweden en Noorwegen worden cardiovasculaire aandoeningen dan weer sterk in verband gebracht met de onderconsumptie van noten en granen. Als we ten slotte bij het relatieve sterfterisico stilstaan, gaat Griekenland (20,2%) op kop voor Finland (19,4%), Malta (18,7%) en Oostenrijk (18,4%).
Sterfgevallen door hart- en vaatziekten
per 100.000 inwoners volgens risicofactoren in verband met voeding
Ongeveer 1 op 5 sterfgevallen door hart- en vaatziekten is vermijdbaar
Bekijken we alle resultaten, dan blijken dit de meest riskante voedingsfactoren:
- een dieet arm aan volkoren granen (429.000 sterfgevallen);
- een dieet arm aan noten en granen (341.000 sterfgevallen);
- een voedingspatroon arm aan fruit (262.000 sterfgevallen);
- natriumrijke voeding (251.000 sterfgevallen);
- voeding arm aan omega 3-vetzuren (227.000 sterfgevallen).
Volgens de auteurs zou ongeveer 1 op 5 vroegtijdige sterfgevallen door een cardiovasculaire aandoening vermeden kunnen worden mits een evenwichtige voeding.
Het team stelde ook verschillen vast op het vlak van leeftijd en geslacht. Mannen leken al op jongere leeftijd problemen te ondervinden, terwijl dat bij vrouwen pas vanaf 50 jaar gebeurt.
Ondanks alles bevat de studie bepaalde beperkingen, meer bepaald omdat ze geen rekening houdt met een bekende risicofactor: alcohol. Dat zou de cijfers immers aanzienlijk kunnen optrekken in landen waar veel alcohol gedronken wordt.