Een lage botdichtheid en dementie komen vaak samen voor. Nu wijst recent onderzoek op basis van de Rotterdam Study uit dat mensen met een lage botdichtheid meer kans hebben op de ontwikkeling van dementie.
Wereldwijd lijden er meer dan 55 miljoen mensen aan dementie, zo blijkt uit recente cijfers van de World Health Organization (WHO). De WHO schat in dat dit cijfer zal stijgen naar 78 miljoen gevallen in 2030. Als we kijken naar cijfers van Sciensano, dan klom dementie tussen 2004 en 2019 geleidelijk aan op tot de belangrijkste doodsoorzaak in België, goed voor een gedeelde plaats met coronaire hartziekten. Bovendien is dementie één van de belangrijkste oorzaken van invaliditeit en verlies van onafhankelijkheid bij ouderen.
Meer kennis over de botdichtheid van patiënten met voortekenen van dementie kan bijdragen aan preventieve strategieën die de afhankelijkheid en gezondheid van mensen met dementie maximaliseren. Doordat lage botdichtheid het risico op botbreuken vergroot, kan het immers leiden tot nog meer afhankelijkheid bij dementiepatiënten.
Rotterdam Study: bijna 1 op 5 krijgt dementie
Lage botdensiteit en dementie komen vaak samen voor. Dit is zo vanwege de gedeelde risicofactoren, zoals ouderdom, sarcopenie en een vitamine D-tekort. De vraag is nu of een lage botdichtheid een voorspellende factor is voor dementie. Precies dat was het onderzoekstopic van een recente studie gepubliceerd in Neurology, het medische tijdschrift van de American Academy of Neurology.
De onderzoekers gingen aan de slag met cijfers van de Rotterdam Study, een prospectieve cohortstudie van het Erasmus Medical Center en Erasmus University in Rotterdam met 1990 als startjaar. Het doel van de Rotterdam Study? De risicofactoren en determinanten van chronische ziekten achterhalen bij mensen van middelbare leeftijd en ouderen. De studie bestaat uit verscheidene cohorten, die tot vandaag elke 4 tot 5 jaar onderworpen worden aan thuisinterviews en lichamelijke testen in een medisch centrum.
Voor dit nieuwe onderzoek werden 3.651 personen weerhouden waarbij, via de Rotterdam Study, één of meerdere soorten botscans werden uitgevoerd. Bovendien waren deze personen tussen 2002 en 2005 vrij van dementie. In een periode van gemiddeld 11 jaar ontwikkelden 688 mensen uit deze groep (18,8%) dementie. Bij 688 personen (76,7%) ging het over de ziekte van Alzheimer, de meest voorkomende vorm van dementie.
Lees ook: Minder dementie bij mensen met overgewicht
Hoe lager de botdichtheid, hoe meer kans op dementie
Wat blijkt nu als we naar de botscans kijken? Deelnemers met een lage botdichtheid hadden een hoger risico op dementie. Dit geldt voor de totale botdichtheid, de trabeculaire botscore en de metingen aan de dijbeenhals. De resultaten ondersteunen de conclusies van voormalig onderzoek. Zo vonden Koreaanse onderzoekers reeds in 2019 een verband tussen lage botdichtheid en hersenatrofie.
Het verband tussen een lage botdichtheid en dementie was het sterkst voor de metingen van de dijbeenhals én tijdens de eerste tien jaar van de opvolging. Daarna zwakte het verband af. De onderzoekers besluiten daar heel voorzichtig uit dat een lage botdichtheid een voorteken van dementie kan zijn.
De onderzoekers benadrukken dat zij geen causaal verbanden vonden tussen een lage botdichtheid en dementie. Wel hebben zij verschillende mogelijke verklaringen voor dit verband:
- het amyloïde-bèta eiwit gelinkt aan dementie beïnvloedt de opbouw en afbraak van onze botten via twee complexe mechanismen;
- eiwitten afgeleid van onze beenderen zorgen tegelijk voor botverlies en de vooruitgang van dementie;
- cognitieverlies – voorafgaand aan dementie – leidt tot minder levenskwaliteit, met ook gevolgen voor zelfzorg en voedingsopname.
Lees ook: Probiotica voor sterkere botten na de menopauze?