Het ‘menu om de wereld te voeden’ van de EAT-Lancet-commissie is vandaag dé referentie om evenwicht en duurzaamheid te verzoenen op het bord. Het zogenoemde ‘planetaire bord’ blijkt echter nog niet perfect als het gaat om bepaalde micronutriënten waarvan dierlijke producten een belangrijke bron zijn.
Het uitgangspunt van ‘het menu om de wereld te voeden’ is duidelijk: voedingsmiddelen voorstellen in hoeveelheden die tegemoetkomen aan onze nutritionele behoeften en tegelijkertijd een duurzame productie garanderen om de wereldbevolking in de toekomst te kunnen blijven voeden. Tegen 2050 zijn dat 10 miljard mensen. Het zal niemand verbazen dat de hoeveelheid dierlijke producten in het menu sterk is teruggeschroefd, ten gunste van plantaardige voedingsmiddelen, al wordt er niet volledig overgestapt op een vegetarisch eetpatroon. Minder vlees eten is dan ook een basisprincipe in het streven naar duurzamere eetgewoonten voor mens en planeet. Nu blijkt de aanlevering van bepaalde micronutriënten op het ‘planetaire bord’ echter ontoereikend, meer bepaald wat betreft de micronutriënten van dierlijke oorsprong.
Ook interessant: Richtlijnen om de wereld te kunnen voeden in 2050
Een representatievere nutritionele samenstelling
Dat is althans wat blijkt uit deze nieuwe studie. Onderzoekers stelden zich de vraag of het ‘planetaire bord’ van EAT-Lancet voldoende micronutriënten van dierlijke oorsprong kan aanleveren. Die micronutriënten zijn in beperktere mate aanwezig in het menu, terwijl hun biobeschikbaarheid uit plantaardige bronnen kleiner is. De onderzoekers bogen zich dus opnieuw over de hoeveelheid micronutriënten in de EAT-Lancet-richtlijnen, maar steunden in dit nieuwe onderzoek op waarden per voedingsmiddelengroep die representatief zijn op wereldschaal, en dus niet op locatiegebonden waarden. Vervolgens toetsten ze hun bevindingen aan de aanbevolen hoeveelheid voedingsstoffen voor volwassenen in het algemeen, meer bepaald wat betreft de 6 micronutriënten waarvoor tekorten dreigen: foliumzuur, vitamine A, vitamine B12, calcium, ijzer en zink.
Ook interessant: Diabetes: plantaardige voeding, maar wel doordacht!
Voorstellen tot wijziging van EAT-Lancet-richtlijnen
Uit de resultaten blijkt dat de aangeleverde hoeveelheden voedingsstoffen in de EAT-Lancet-porties voor 4 van de 6 onderzochte micronutriënten ontoereikend zijn. De aangeleverde hoeveelheden voedingsstoffen, uitgedrukt in percentages van de aanbevolen hoeveelheden, zijn meer bepaald:
- vitamine B12 : 93 % voor vrouwen en mannen
- calcium : 84 % voor vrouwen, 86 % voor mannen
- ijzer : 55 % voor vrouwen, 90 % voor mannen
- zink : 93 % voor vrouwen, 78 % voor mannen
Om de tekorten op te vangen, stellen de auteurs voor om de initiële porties in het EAT-Lancet-menu te vergroten. De inname van supplementen of de keuze voor met nutriënten verrijkte voedingsmiddelen lijkt hen dan weer geen goed idee. Voor de algemene bevolking raden zij het volgende aan:
- Meer vis, schaaldieren, granen, eieren en rundvlees
- Minder fytaatrijke voedingsmiddelen, zoals volkoren granen, peulvruchten en noten
Wat de gemiddelde inname van dierlijke producten op mondiaal niveau betreft, zou een overstap op dit hypothetische eetpatroon betekenen dat er minder rood vlees en meer eieren, vis en schaaldieren wordt gegeten.
Ook interessant: Eiwitten en een gezond hart: de bron is bepalend
Sources
Beal T et al. The Lancet Planetary Health. Verschenen: maart 2023. DOI:https://doi.org/10.1016/S2542-5196(23)00006-2