Er bestaan verschillende vormen van vegetarisme. Een ervan, veganisme, kan bepaalde problemen veroorzaken bij kinderen, adolescenten en zwangere vrouwen. We spraken erover met kinderdiëtiste Charlotte Nicolas, die hier een boek over schreef. Zij legt de nadruk op het tekort aan jodium, vitamine B12 en DHA.
Vegetarisme bestaat in verschillende gradaties. De meest verregaande vorm is veganisme, waarbij iemand geen voedsel van dierlijke oorsprong consumeert. Toch is het niet de bedoeling om patiënten een etiket op te plakken, verduidelijkt Charlotte Nicolas (onderzoeksinstituut LABIRIS, Brussel). Sommige vegetariërs eten eieren of vis en sommige veganisten eten dan weer honing. Het boek, dat Charlotte Nicolas schreef samen met Céline Lefebvre (EpiCURA-ziekenhuis, Hornu), kwam tot stand in samenwerking met de Club Européen des Diététiciens de l’Enfance (CEDE). Hoewel een veganistisch eetpatroon niet aangeraden wordt tijdens de groei, heeft het boek niet de bedoeling om een bepaald dieet aan te bevelen boven een ander. Wel wil het gezondheidsprofessionals helpen om tegemoet te komen aan de behoeften van patiënten die een vegetarisch of plantaardig voedingspatroon volgen.
Lees ook: Veganisme: niet voor kinderen en toekomstige moeders!
Vegetarisme met voldoende jodium en vitamine B12
Jodium speelt al tijdens de zwangerschap een essentiële rol in de ontwikkeling van het zenuwstelsel. Door dierlijke producten uit de voeding te verbannen krijgt men minder jodium binnen. Zeewier kan dan weer toxische stoffen bevatten, zoals anorganisch arsenicum, lood, cadmium en kwik, dus ook op dat gebied is enige voorzichtigheid geboden. Enkele goede bronnen van jodium zijn:
- brood (dat vaak met gejodeerd zout bereid wordt, hoewel dat niet wettelijk verplicht is);
- gejodeerd zout in plaats van zout, zeezout of fleur de sel.
Een voedingsstof die vooral veganisten vaak onvoldoende consumeren, is vitamine B12. Die voedingsstof is namelijk bijna uitsluitend in dierlijke producten te vinden. Charlotte Nicolas legt uit dat bepaalde gefermenteerde voedingsmiddelen zoals tempeh en zuurkool wel B12 bevatten, zij het in een inactieve vorm, zoals ook het geval is bij zeewier. Die inactieve vorm concurreert tijdens de voedselvertering echter met de actieve vorm, wat de inname van vitamine B12 in de vorm van supplementen of verrijkte voedingsmiddelen kan belemmeren.
Lees ook: De gevaren van veganisme weerlegd door een collectief
‘Veganistische’ versie van DHA
Ook DHA, de langste van de omega 3-vetzuren (C22:6 n-3), die bijzonder belangrijk is voor de ontwikkeling van de hersenen, kan bij veganisme tot problemen leiden. Niet zozeer bij volwassen veganisten, die vaak een hoge inname van de precursor alfa-linoleenzuur hebben, maar wel bij kinderen en foetussen, aangezien bij hen de synthesecapaciteit nog niet voldoende ontwikkeld is.
Wanneer iemand geen vis en eieren eet, ontstaat er een tekort aan dit kostbare vetzuur. Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat de moedermelk van veganistische vrouwen minder DHA bevat dan die van niet-veganistische vrouwen. Om ervoor te zorgen dat veganistische mama’s (en hun kinderen, als die ook veganistisch eten) tijdens de zwangerschap en de borstvoeding voldoende DHA binnenkrijgen, kunnen ze een veganistisch voedingssupplement innemen op basis van microalgen (Schizochytrium). Dat werd onlangs goedgekeurd door de EFSA als Novel Food.
Lees ook: Zeewier, een potentieel schadelijke bron van jodium