De drie belangrijkste verwachtingen van voedingsdeskundigen zijn: verantwoorde reclame; transparantie om consumenten te helpen geïnformeerde keuzes te maken; en aandacht voor welzijn en gezondheid. Dat blijkt uit onderzoek van Food In Action, in opdracht van Coca-Cola in België en Luxemburg.
Obesitas is een enorm complexe maatschappelijke uitdaging, en een uitdaging waar zowel gezondheidsprofessionals, de overheid als de voedingsindustrie samen mee aan de slag moeten. Maar wat verwachten voedingsdeskundigen specifiek van bedrijven? Food in Action heeft daar in 2022 voor het eerst onderzoek naar gevoerd, in opdracht van Coca-Cola in België en Luxemburg. Die enquête werd vervolgens herhaald in 2024. Lees hieronder wat er voornamelijk van voedingsbedrijven wordt verwacht.
Met stip voorop: marketing gericht op kinderen
Wat voor de respondenten het zwaarst doorweegt, is dat voedingsbedrijven op verantwoorde wijze omgaan met marketing gericht op kinderen. Dat is vandaag voor 93% van de respondenten belangrijk – een stijging tegenover een cijfer van 90% in 2022. Op de tweede plaats staat transparantie over producten en ervoor zorgen dat consumenten goed geïnformeerde keuzes kunnen maken (dit is belangrijk voor 91% van de respondenten, wat 3% hoger ligt dan in 2022). Op de derde plaats willen voedingsdeskundigen graag dat het bedrijf aandacht heeft voor gezondheid en welzijn (dit is belangrijk voor 90% van de respondenten, vergelijkbaar met een cijfer van 91% in 2022).
Het lijstje met onderwerpen die meer dan 8 van de 10 professionals belangrijk vinden, kan worden aangevuld met een gezonder assortiment producten aanbieden, verantwoorde marketing in het algemeen (niet alleen met betrekking tot kinderen) en werken aan minder suikers in producten.
Een kwestie van leeftijd
Er wordt nog veel gedebatteerd over de leeftijdsgrens waaronder marketing moet worden beperkt. Gezondheidsprofessionals zijn sowieso geen fans van reclame voor voedingsmiddelen met veel vetten, suikers of zout – voor de hele bevolking. Maar zoals al blijkt uit dit onderzoek, is de blootstelling van kinderen aan dit soort reclame van het allergrootste belang.
We legden de leeftijdsbeperking voor aan voedingsdeskundigen. Uit de resultaten blijkt dat iets meer dan 1 op de 2 van hen (55% van de respondenten via Food in Action1 ) van mening is dat kinderen jonger dan 13 moeten worden beschermd. Aan de andere kant vindt 30% van hen dat een minimumleeftijd van 16 jaar beter zou zijn. Het antwoord op deze vraag hangt bovendien ook af van de voedingswaarde van het product. Ook uit een enquête bij het brede publiek bleek reeds dat ongeveer de helft voorstander is van een limiet van 13 jaar voor frisdrank met suiker, terwijl dit percentage stijgt naar 66% voor een leeftijdsgrens van 16 jaar.
Voor alle duidelijkheid: er zijn op dit moment geen wettelijke beperkingen die bedrijven beletten om reclame voor producten met veel vetten, suikers of zout op kinderen te richten. Toch bestaat er een zelfregulerend initiatief met betrekking tot verantwoorde marketing naar kinderen toe: de Belgian Pledge die door Fevia, Comeos en UBA is aangenomen en die van toepassing is op de hele voedingsindustrie. Onder die Belgian Pledge is het niet toegestaan om reclame voor minder gezonde producten – zoals ijsjes, chips, frisdrank en producten met een hoog suikergehalte – te richten op kinderen jonger dan 13 jaar. Sinds juni 2023 wordt de naleving van deze code opgevolgd door de Jury voor Ethische Praktijken (JEP).
1. Op basis van 116 online interviews met voedingsdeskundigen via Food in Action, uitgevoerd tussen 25 en 8 februari 2024.