De Body Mass Index volstaat niet om bij iemand van obesitas te spreken. Zo blijkt uit een nieuwe consensus over de definitie van obesitas, die ook de concepten preklinische en klinische obesitas introduceert.
Zeg niet langer overgewicht, maar een overmaat aan vet! Dat is een van de krachtlijnen van deze nieuwe consensus over de definitie, de diagnose en de behandeling van obesitas. Doorgaans wordt de Body Mass Index (BMI) gebruikt om mensen volgens hun lichaamsgewicht in te delen: vanaf een waarde van 30 kg/m² spreken we van obesitas. Nochtans weten we dat de BMI alleen niet volstaat, want deze maakt geen onderscheid tussen spieren, water en vet, en houdt geen rekening met de plaats van het vet in het lichaam. Zo kunnen we het gezondheidsrisico bij mensen met eenzelfde BMI overschatten (bv. sporters) of onderschatten (bv. mensen met stofwisselingsziektes).
De sector zet dus een belangrijke stap met deze consensus van The Lancet Diabetes & Endocrinology, waaraan 58 experts uit verschillende vakgebieden en landen hebben meegewerkt. Eerste verandering: obesitas wordt niet meer gedefinieerd door een overgewicht (in vergelijking met de lengte), maar wel door een overmatige vetophoping.
Lees ook: Helft van Belgische bevolking nog steeds te zwaar
Wanneer is er sprake van obesitas?
Obesitas krijgt dus een nieuwe definitie, namelijk een toestand gekenmerkt door een overmatige vetophoping, met of zonder afwijking in de verdeling of de functie van het vetweefsel, en waarvan de oorzaken multifactorieel zijn en nog niet volledig begrepen worden.
Er zijn verschillende mogelijkheden om te bepalen of er sprake is van een overmatige vetophoping:
Minstens één antropometrische meting naast de BMI:
- tailleomtrek (≥102 cm voor mannen, 88 cm voor vrouwen)
- verhouding tussen tailleomtrek/heupomtrek (> 0,9 voor mannen, > 0,85 voor vrouwen)
- verhouding tailleomtrek/lichaamslengte (>0,5 voor iedereen).
Indien de BMI niet in rekening wordt genomen, dan moet men minstens twee van deze indicatoren gebruiken.
Een andere werkwijze (nauwkeuriger, maar minder toegankelijk in de dagelijkse praktijk): de evaluatie van de vetophoping door metingen zoals de DEXA-scan. Bij een BMI van meer dan 40 kg/m² mag je volgens het rapport meteen zonder verdere metingen spreken van overmatig lichaamsvet.
Maar in tegenstelling tot wat er in deze consensus te lezen valt: de BMI is niet dood en begraven! Het blijft een aanbevolen tool op bevolkingsniveau (nutritionele epidemiologie).
Lees ook: Tailleomtrek vrouwen neemt meer toe dan BMI
Verschil tussen preklinische en klinische obesitas
De consensus wil ook het verschil aangeven tussen een overmatige vetophoping die de gezondheid in het gedrang brengt, en een overmatige vetophoping die minder slecht is voor de gezondheid en dus een andere aanpak vereist. Dit onderscheid duikt op in de volgende definities:
- Klinische obesitas: chronische systemische ziekte gekenmerkt door functiewijzigingen van de weefsels, de organen, het lichaam in zijn geheel of een combinatie van deze elementen, als gevolg van een overmatige vetophoping. Complicaties kunnen dodelijk zijn.
- Preklinische obesitas: overmatige vetophoping met functiebehoud van de andere weefsels en organen, en een wisselend – maar doorgaans verhoogd – risico op de ontwikkeling van klinische obesitas en verscheidene andere niet-overdraagbare ziektes (bv. diabetes type 2, cardiovasculaire ziektes, bepaalde soorten kanker en mentale stoornissen).
Het rapport benadrukt eveneens het feit dat de volksgezondheidsstrategieën die obesitas op bevolkingsniveau aanpakken, eerder gebaseerd moeten zijn op bewijzen dan op hypothesen die het individu de individuele verantwoordelijkheid toeschrijven. Vooroordelen en stigmatisering rond het gewicht vormen namelijk grote obstakels voor de geleverde inspanningen om obesitas te bestrijden. Bovendien zouden de gezondheidsprofessionals en politieke besluitvormers een aangepaste opleiding moeten krijgen om deze belangrijke problematiek rond obesitas aan te pakken.
Obesitas is ongetwijfeld een ziekte waarbij het individuele gedrag niet het enige element is. Toch mogen we obesitas door deze ‘medicalisering’ niet op dezelfde manier bekijken als een overdraagbare ziekte (al is er ongetwijfeld sprake van genetische aanleg) waarbij we niets anders kunnen doen dan medicatie voorschrijven, in een steeds ziekere maatschappij die niet langer inzet op preventie …
Lees ook: Welke invloed heeft ontbijten op het gewicht?
Bron
Rubino F et al. Lancet Diab Endoc 2025. DOI: 10.1016/S2213-8587(24)00316-4