De strijd tegen cholesterol via de voeding evolueert voortdurend. Vroeger lag de focus vooral op het cholesterolgehalte in voedingsmiddelen, vandaag wordt eerder aandacht besteed aan minder inname van verzadigde vetzuren. Bovendien duiken nieuwe spelers op, zoals plantaardige eiwitten en plantensterolen … Nieuw onderzoek wijst erop dat een eetpatroon met verschillende cholesterolbestrijdende voedingsmiddelen zelfs doeltreffender is dan een eetpatroon met weinig verzadigde vetzuren.
Sinds de statines zo’n dertig jaar geleden hun intrede deden in het assortiment van de cholesterolverlagende producten, is er maar weinig aandacht geweest voor de rol van het eetpatroon zelf bij de verlaging van het cholesterolgehalte. Men ziet een aangepast eetpatroon als een te grote inspanning voor een pover resultaat, vooral omdat dat vaak neerkomt op het beperken of zelfs helemaal schrappen van bepaalde voedingsmiddelen, zoals bij de gehate vermageringsdiëten.
Toch hebben vele voedingsmiddelen of -bestanddelen een cholesterolverlagend effect. Minder verzadigde vetzuren innemen blijft weliswaar de eerste maatregel, maar ook de consumptie van specifieke voedingsmiddelen rijk aan vezels of plantaardige eiwitten, oliehoudende noten en plantensterolen kan uiterst interessante resultaten opleveren. Dat blijkt uit recent onderzoek van David Jenkins (Universiteit van Toronto) en zijn team in het kader van een multicentrische studie met 351 deelnemers1.
Het Portfoliodieet
In 2006 toonde Jenkins al aan dat een dieet met verschillende cholesterolverlagende voedingsmiddelen, het ‘Portfoliodieet’ genoemd, kan concurreren met statines2. Bij personen die dit dieet een jaar lang volgden, werd een verlaging van de LDL-cholesterol opgetekend van meer dan 20%. Wanneer diezelfde groep vier weken lang met statines van de eerste generatie werd behandeld, verschilde de metabole respons niet significant van dat resultaat. Het Portfoliodieet omvat een combinatie van plantensterolen (1 g/1000 kcal), soja-eiwitten (22,5 g/1000 kcal), viskeuze vezels (10 g/1000 kcal) en amandelen (23 g/1000 kcal).
In het nieuwe onderzoek vergeleken Jenkins en zijn collega’s de effecten van het ‘Portfoliodieet’ met die van een conventioneel dieet met beperkte inname van verzadigde vetzuren en meer inname van voedingsvezels en volkoren graanproducten, maar zonder de typische ‘ingrediënten’ van het Portfoliodieet. De deelnemers, die allemaal met hyperlipidemie kampten, werden onderverdeeld in drie groepen: een controlegroep, een “routinegroep” op het Portfoliodieet en een “intensieve groep” op het Portfoliodieet. De routinegroep ging twee keer op consultatie bij de diëtist in zes maanden tijd; de intensieve groep zeven keer. In deze drie groepen haakte respectievelijk 18, 23 en 26% af.
Het Portfoliodieet verlaagt het LDL-cholesterolgehalte, meer dan een klassiek dieet met een lage inname van verzadigde vetzuren.
Geen claim voor cholesterolverlaging door policosanolen
Policosanolen zijn stoffen die geëxtraheerd worden uit de stoperige massa van suikerriet en in verschillende landen gebruikt worden als voedingssupplementen om het cholesterolgehalte te verlagen. Er zijn voor deze stoffen al verschillende aanvragen voor gezondheidsclaims over LDL- en HDL-cholesterol ingediend bij de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), om in de EU te mogen verklaren dat policosanolen het cholesterolgehalte verlagen. In zijn advies van 30 juni 2011 heeft het NDA-panel voor dieetproducten, voeding en allergieën echter alle aanvragen voor gezondheidsclaims verworpen, omdat het van mening is dat er geen oorzakelijk verband is aangetoond tussen de consumptie van policosanolen en de handhaving van een normaal gehalte aan LDL- of HDL-cholesterol3.
Hoewel policosanolen in 25 landen worden gebruikt in de strijd tegen een hoog cholesterolgehalte, onder andere in de Caraïben en in Zuid-Amerika, lijkt het erop dat Europa niet klaar is om deze stoffen een plaats te geven in de lijst van cholesterolverlagende bestanddelen4. Het moet echter wel gezegd dat de meeste studies die wijzen op een cholesterolverlagend effect uitgevoerd zijn door eenzelfde onderzoeksgroep in Cuba, en dat er geen onafhankelijke studies zijn buiten Cuba die dit effect bevestigen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de EFSA een negatief advies heeft uitgevaardigd.
Twee consultaties volstaan
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het LDL-cholesterolgehalte tussen het begin van de studie en de 24e week slechts met 3% was gedaald in de controlegroep, tegenover 13,1% in de routinegroep en 13,8% in de intensieve groep. In de twee ‘Portfoliogroepen’ was het LDL-cholesterolgehalte dus aanzienlijk sterker gedaald dan bij een klassiek dieet dat de inname van verzadigde vetten beperkt. In tegenstelling tot de hypothese die was gesteld bij het begin van de studie, bleek dat het aantal consultaties niet leidde tot een significant verschil in de resultaten: twee consultaties in zes maanden tijd, van respectievelijk 60 en 40 minuten, lijken te volstaan.
Samenhangt met het volgen van het Portfoliodieet, de verlaging van het LDL-cholesterolgehalte is sterker aan de kust dan in het binnenland.
Geografische verschillen
Wat de resultaten voor LDL-cholesterol betreft, benadrukken de auteurs dat het gehalte, in vergelijking met het dieet met beperkte inname van verzadigde vetzuren, een nog sterkere daling zou vertonen indien het vergeleken werd met een gewoon eetpatroon. De bescheiden verlaging met 3% die werd geobserveerd in de controlegroep is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat de deelnemers al vóór het begin van de studie hun voeding hadden bijgestuurd op verschillende vlakken –ook wat de hoeveelheid verzadigde vetzuren betreft– omdat zij bewustgemaakt waren over het onderwerp. De auteurs geven ook aan dat de verlaging van het LDL-cholesterolgehalte samenhangt met het volgen van het Portfoliodieet, en dat die verlaging sterker is aan de kust (-18,7%) dan in het binnenland (-9,6%). Dit geografische verschil kan worden verklaard aan de hand van het voedingsaanbod: aan de kust zijn er immers drie tot vijf keer meer winkels die ‘gezonde’ eetwaren verkopen, en er zijn ook meer vegetarische restaurants …
Nieuwe aanbevelingen voor de vetten
Het Franse agentschap voor voedselveiligheid ANSES5 heeft zijn aanbevelingen voor vetten volledig herzien en sommige wijzigingen zijn niet onopgemerkt voorbijgegaan. De totale aanbevolen hoeveelheid vetten werd verhoogd en bedraagt nu 40% van de totale energie-inname. Die waarde verschilt sterk van de Amerikaanse aanbevelingen, die aanraden om steeds onder de 30% te blijven.
Nog een wijziging betreft de verzadigde vetzuren die niet meer allemaal onder eenzelfde noemer vallen. Voortaan worden enkel laurinezuur (C12:0), myristinezuur (C14:0) en palmitinezuur (C16:0) erkend als atherogeen. Het zijn dan ook vooral deze stoffen die van het menu moeten verdwijnen bij de beperking van de verzadigde vetzuren (de maximale hoeveelheid ligt op 8% van de dagelijkse energie-inname). Stearinezuur (C18:0) en vetzuren met korte en middellange keten, daarentegen, kunnen zelfs voordelig zijn en worden niet langer beschouwd als stoffen die gemeden moeten worden. Ze passen nu in het kader van een globale aanpak waarbij rekening wordt gehouden met alle vetzuren.
Ook nieuw is het feit dat DHA (C22:6 n-3) is opgenomen in de lijst met vetzuren die als fundamenteel worden beschouwd, naast linolzuur en alfa-linoleenzuur. Dat is een extra uitdaging voor wie evenwichtig wil eten, want de bronnen van DHA zijn nogal beperkt. Het wordt dus niet gemakkelijk om de voedingsdoelstellingen voor de fundamentele vetzuren te halen.
Wat is de rol van natuurlijke fytosterolen in de voeding?
Het cholesterolverlagende effect van plantensterolen is al goed gedocumenteerd bij een voldoende grote inname, en deze stoffen spelen dan ook een belangrijke rol in het Portfoliodieet. Plantensterolen worden in het eetpatroon geïntegreerd in de vorm van verrijkte voedingsmiddelen, in een dosis van ongeveer 2 g fytosterolen per dag, maar aangezien een dergelijk eetpatroon al veel plantaardige ingrediënten bevat, is de dosis eigenlijk hoger.
We kunnen ons dan afvragen in welke mate deze fytosterolen, die van nature aanwezig zijn in de voeding, een impact hebben op het cholesterolgehalte. Amerikaanse onderzoekers namen de proef op de som: in een gerandomiseerd cross-overonderzoek bij 20 personen vergeleken ze de effecten van een eetpatroon arm aan fytosterolen (126 mg/2000 kcal) met die van een voeding die van nature rijk is aan fytosterolen (449 mg/2000 kcal)6.
Deze twee eetpatronen hadden hetzelfde voedingsstoffenprofiel. De onderzoekers constateerden dat het eetpatroon dat van nature rijk was aan fytosterolen leidde tot een aanzienlijk lagere absorptie van cholesterol in de darmen en een hogere uitscheiding ervan in de ontlasting. Toch was het LDL-cholesterolgehalte na vier weken ongewijzigd. Dit onderzoek toont dus aan dat fytosterolen die van nature aanwezig zijn in de voeding de stofwisseling van cholesterol kunnen beïnvloeden, maar dat de hoeveelheid fytosterolen in een dergelijk eetpatroon geen invloed heeft op het gehalte aan LDL-cholesterol.
Lees ook: Dufour A., Delaleu I., Le régime portfolio, Editions Leduc, 2008, ISBN: 978-2-84899-202-0.
-
Jenkins D.J. et al., JAMA, 2011; 306(8):831-839.
-
Jenkins D.J. et al., Am J Clin Nutr., maart 2006; 83(3):582-9.
-
EFSA Journal 2011; 9(6): 2255 [19 pp.].
-
Marinangeli C.P., Crit Rev Food Sci Nutr., maart 2010; 50(3):259-67.
-
ANSES, Actualisation des apports nutritionnels conseillés pour les acides gras – Rapport d’expertise collective, mei 2011.
-
Lin X. et al., Eur J Clin Nutr., december 2010; 64(12):1481-7.