Geen marketing naar kinderen, geen aanwezigheid op lagere scholen, drankautomaten terugtrekken uit secundaire scholen: het lijken misschien verrassende initiatieven van een bedrijf als Coca-Cola. Nicholas Courant, verantwoordelijk voor het duurzaamheidsbeleid bij Coca-Cola België, legt uit waarom het drankenbedrijf voor deze aanpak kiest.
Nicholas Courant, voor de tweede keer in drie jaar heeft Coca-Cola Belgische voedings- en gezondheidsexperten ondervraagd over hun verwachtingen ten opzichte van de voedingsindustrie. Waarom dit initiatief?
Als het gaat om belangrijke maatschappelijke problemen zoals obesitas, willen wij als grootste drankenbedrijf van België mee verantwoordelijkheid opnemen. Zo steunen we de objectieven “Van Veld tot Vork” van de Europese Commissie en zetten we sterk in op suikerreductie, in lijn met de WHO-aanbevelingen voor een gezondere voedingsomgeving. Maar we willen onze concrete aanpak -bijvoorbeeld op gebied van verantwoorde marketing- ook aftoetsen bij de experten op het terrein, vandaar deze enquête.
Wat verwachten voedingsdeskundigen van de industrie, en wat is er veranderd sinds de vorige enquête?
De belangrijkste bezorgdheden gaan over marketing naar kinderen, transparantie en algemene inzet voor welzijn en gezondheid, bijvoorbeeld door het aanbod aan te passen en het suikergehalte te beperken. Die verwachtingen liggen in lijn met de vorige enquête, maar ze krijgen dit jaar nog meer nadruk. Nogal wat experten vinden duidelijk dat de industrie méér en sneller moet handelen.
Bij diëtisten en nutritionisten blijkt het vertrouwen in de industrie duidelijk gedaald – heeft dit u verrast?
Niet echt. Feit is dat de onderliggende problematiek niet verdwijnt, wel integendeel. Zolang de obesitascijfers blijven stijgen, zal ook de druk op de industrie om mee te werken aan oplossingen verder toenemen. Anderzijds stellen we vast dat heel wat voedingsexperten niet altijd op de hoogte zijn van de initiatieven die Coca-Cola nu reeds neemt, ook al spelen we vaak een voortrekkersrol. Als bedrijf staan we dus voor een dubbele uitdaging: meer doen én daar ook helderder over communiceren.
Welke inspanningen levert Coca-Cola vandaag op gebied van voeding en gezondheid, en hoe kunt u die nog versterken?
Suikerreductie blijft sowieso de hoeksteen van onze aanpak. De voorbije 20 jaar is het gemiddelde suikergehalte van onze dranken met een derde gedaald: zo is vandaag 52% van alles wat we verkopen suikervrij of suikerarm. In België lopen we daarmee voor op de meeste andere Europese landen. Dat is geen toeval, maar wel het resultaat van jarenlange investeringen in innovaties en herformuleringen. Bovendien veranderen we niet alleen het aanbod, maar moeten we de consument ook overtuigen om de gezondere keuzes te maken. Daarom maakt communicatie en marketing voor ons integraal deel uit van hoe wij onze verantwoordelijkheid nemen.
Hoe zorgen jullie ervoor dat marketing verantwoord blijft, bijvoorbeeld naar kinderen?
Wij hanteren duidelijke restricties op gebied van marketing: wij richten geen reclame op kinderen onder de 13 jaar, voor geen enkel product, via geen enkel kanaal – dus ook niet op het verkooppunt of op de verpakking. Dat doen we trouwens al heel lang en we proberen binnen de sector op dat vlak een voortrekkersrol op te nemen. Wij kijken ook voortdurend hoe we die inspanningen nog kunnen verbeteren of verfijnen, door zorgvuldig te luisteren naar de feedback van zowel consumenten als stakeholders.
Bekijk onze engagementen in deze infografiek!
Coca-Cola trok vorig jaar al zijn drankautomaten terug uit middelbare scholen – was dat ook het gevolg van kritiek van voedingsexperten op uw aanwezigheid?
Het was vooral een logische laatste stap. Onze aanwezigheid op scholen hebben we sinds jaren steeds aangepast aan de verwachtingen van ouders, schooldirecties, voedingsdeskundigen en andere betrokken partijen. In 2009 trokken we alle automaten terug uit lagere scholen. In secundaire scholen werden enkel nog water en suikervrije dranken aangeboden. Die aanpak kreeg veel positieve feedback, maar vandaag vindt een meerderheid toch dat we een commerciële aanwezigheid op scholen beter vermijden. En als het draagvlak onvoldoende breed is, heeft het geen zin om die drankautomaten te willen behouden.
Hoe kijkt u in dat licht naar het debat over de minimumleeftijd voor het marketen van suiker-, vet of zoutrijke voeding naar kinderen? Uit de enquête blijkt dat 1 op de 2 Belgische voedingsdeskundigen 13 jaar een geschikte limiet vindt, maar dat 1 op de 3 de limiet liever verhoogt naar 16 jaar.
We zien daar inderdaad een verschuiving. Als het gaat om marketing voor gesuikerde dranken, daalde de steun voor 13 jaar als leeftijdslimiet van 61% in 2022 naar 55% in 2024. Tegelijk zien we dat 30% verkiest om 16 jaar als limiet te nemen. Dezelfde evolutie zien we trouwens ook bij de bredere publieke opinie. Het is dus niet onlogisch om die limiet mettertijd te herzien, maar het vraagt wel wat voorbereiding om dit ook efficiënt toe te passen in de praktijk. Coca-Cola is dan ook pleitbezorger binnen de sectorfederaties om hier samen werk van te maken, en zo de zelfregulering van de voedingsindustrie te versterken voor de toekomst.
* Enquêtes uitgevoerd door Food in Action op vraag van Coca-Cola België en Luxemburg, bij voedingsdeskundigen in België, in 2022 en 2024.