De Hoge Gezondheidsraad (HGR) heeft een stand van zaken gepubliceerd over transvetzuren en doet een aantal aanbevelingen over de beperking ervan, vooral op industrieel niveau.
In zijn vijftien pagina’s tellende document viseert de HGR vooral de consumptie van transvetzuren van industriële oorsprong, die nog schadelijker zijn dan verzadigde vetzuren (ze verhogen met name de kans op hart- en vaatziekten en diabetes). Dit in tegenstelling tot natuurlijke transvetzuren van dierlijke oorsprong, die in beperkte mate geconsumeerd worden en schijnbaar geen significante weerslag op de gezondheid hebben.
De van nature aanwezige geconjugeerde linolzuren (CLA) vormen een specifieke groep onder de transvetzuren met verschillende biologische eigenschappen en naar alle waarschijnlijkheid heel andere effecten dan de van de katalytische hydrogenatie afkomstige geconjugeerde transvetzuren en andere transvetzuren. Daarom raadt de HGR voedingssupplementen op basis van CLA af.
In de praktijk adviseert de HGR de industriële sector om transvetzuren te vervangen door oliën of vetten die geen hoog gehalte aan bepaalde verzadigde vetzuren bevatten en rijk zijn aan onverzadigde vetzuren van het cis-type (bv. oliezuur van olijfolie) of stearinezuur (het enige verzadigde vetzuur dat vlug omgezet wordt in oliezuur).
Deze experten zijn van mening dat een bindende wetgeving het doeltreffendst is, vooral omdat de economische gevolgen van het nagenoeg verdwijnen van transvetzuren van industriële oorsprong beperkt lijken.
De HGR beveelt daarom het verbod aan van de verkoop van voedingsmiddelen met meer dan 2 gram transvetzuren per 100 gram olie of vet, evenals een actualisering van de Belgische analytische gegevens over het gehalte aan transvetzuren in voedingsmiddelen.
Het volledige advies (nr. 8666) is te vinden op de website
Hoge Gezondheid Raad, 210912.