Een lage gewichtstoename tijdens de zwangerschap is volgens een nieuwe Finse studie geassocieerd met een verhoogd risico op schizofrenie.
We weten dat een te hoge gewichtstoename tijdens de zwangerschap ernstige gevolgen kan hebben. Ook een onvoldoende gewichtstoename kan echter ernstige gevolgen hebben, zoals een verhoogd risico op schizofrenie. Dat blijkt uit deze nieuwe studie met een cohort van meer dan 7000 personen, geboren in Zweden in de jaren tachtig. De studie bevestigt niet alleen dat pre- en postnatale factoren van invloed zijn op het ontstaan van schizofrenie, maar gaat nog een stap verder en verduidelijkt de effecten van voedingsfactoren tijdens de zwangerschap en na de geboorte op het optreden van deze aandoening.
Eerste levensjaren bepalend voor het risico op schizofrenie
Uit de resultaten blijkt dat de BMI (Body Mass Index) van de moeder tijdens het laatste deel van de zwangerschap gecorreleerd is met het voorkomen van schizofrenie bij kinderen. Kinderen die bij de geboorte klein zijn en een laag geboortegewicht hebben, lopen bovendien meer kans om de ziekte te krijgen, vooral als ook het gewicht van de placenta laag is. Volgens de onderzoekers hangen deze eerste twee factoren nauw samen. Ook de groei van het kind speelt echter een rol: het bleek dat personen met schizofrenie op jonge leeftijd (7-15 jaar) een benedengemiddeld gewicht en BMI vertoonden.
Invloed van de voedingsstatus
Volgens de onderzoekers zijn een lage BMI van de moeder, een laag geboortegewicht en een lichte placenta indicatoren van foetale ondervoeding. Als het gewicht van het kind tijdens de groei laag blijft, kan dat een teken zijn van een permanent ontoereikende voedingsstatus. Het is deze vroege ondervoeding die geassocieerd is met een verhoogd risico op schizofrenie. Onvolgroeide pasgeborenen met een magere moeder die weinig in gewicht toenemen tijdens de groei, vormen dan ook de meest gevoelige groep.