Bij muizen kan de ontwikkeling van voedselallergieën in verband worden gebracht met de manier waarop de darmbacteriën worden gevoed, zo blijkt uit een nieuwe studie gepubliceerd in het tijdschrift Cell Reports.
Voedingsvezels staan bekend om hun rol in de darmtransit, maar dragen tevens in hoge mate bij tot de ontwikkeling van de microbiota. Nu lijkt ook de rol van de microbiota op het gebied van immuniteit en allergieën steeds duidelijker te worden.
Volgens de auteurs van deze nieuwe studie zou de ontwikkeling van voedselallergieën de afgelopen tien jaar niet te wijten zijn aan een lagere blootstelling aan omgevingsmicroben (de zogenaamde hygiënehypothese), maar wel aan onze voeding en ons microbioom …
Beschermd tegen pinda-allergie
Voor deze studie kregen muizen die specifiek gekweekt waren om een pinda-allergie te ontwikkelen, vezelrijke voeding aangeboden om een ‘gezonde’ microbiota te ontwikkelen. De transplantatie van die microbiota naar germ-free muizen die geen vezels aten, beschermt de diertjes tegen de ontwikkeling van de allergie: ze vertoonden een minder ernstige reactie bij blootstelling aan pinda’s.
Korteketenvetzuren
Voor Laurence Marcia van de Monash University in Australië, medeauteur van de studie, is de consumptie van vezels bevorderlijk voor de predominantie van gezonde bacteriën, die op hun beurt bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van regulerende T-cellen, die helpen om een gezonde, ontstekingsvrije omgeving in stand te houden.
Haar experimenten wijzen er bovendien op dat dit effect wordt geregeld door de korteketenvetzuren aangemaakt door de darmbacteriën.