Voedingswaren die rijk zijn aan smaak en energie zouden voor mensen met een gevoelige genetische aanleg best wel eens kunnen functioneren als toegankelijke en wettelijk toegestane drugs.
Sommige mensen beweren dat ze verslaafd’ zijn aan een bepaald levensmiddel of een bepaalde drank. Alcoholverslaving is een verschijnsel dat al uit-gebreid bestudeerd is. Is het dan niet de hoogste tijd om de term verslaving’ ook te gebruiken voor mensen die zich te buiten gaan aan chocolade, koffie, frisdrank of andere voedingsmiddelen waar ze duidelijk dol op zijn en die ze in grote hoeveelheden naar binnen werken?
Wat is verslaving?
De term verslaving verwijst meestal naar het feit dat iemand een bepaalde stof heel vaak verbruikt in grotere hoeveelheden dan het gemiddelde en dat die persoon alle controle over die consumptie kwijtraakt. Het probleem ligt eerder bij de verbruiker dan bij de stof, want wie een bepaalde stof gebruikt, wordt daar niet noodzakelijk aan verslaafd. Zo kan alcohol bijvoorbeeld tot verslaving leiden, maar niet iedereen die eens af en toe overvloedig alcohol drinkt, wordt ook een alcoholist. Ook mensen die van alcoholhoudende drank houden en daar elke dag een matige hoeveelheid van drinken, zijn niet noodzakelijk verslaafd. De ingenomen hoeveelheid en de frequentie van inname zijn weliswaar belangrijke criteria, maar er is meer aan de hand.
Lichamelijke verslaving of gewoonteverslaving
Bepaalde vormen van lichamelijke verslaving omvatten ook gewennings- en onthoudingsverschijnselen. Na een herhaaldelijke consumptie van de stof moet de verbruiker zijn dosissen stap voor stap verhogen om hetzelfde effect te kunnen bereiken. Als hij de stof niet meer inneemt, voelt hij zich fysiek absoluut niet lekker. Hij zal zich pas beter gaan voelen als hij de stof terug gaat innemen.
De zaken worden pas ingewikkeld wanneer blijkt dat niet alle vormen van verslaving zulke fysiologische complicaties met zich meebrengen; we spreken dan van gewoonte-verslaving. Gokverslaving is daar een voorbeeld van.
Waarom noemen we dit dan een verslaving? De reden daarvoor ligt bij de gevolgen van dit gedrag. Die kunnen zeer ernstig zijn (hoge schulden, problemen binnen het gezin, sociaal isolement,…) en brengen de verslaafde er ondanks alles niet toe om zijn probleemgedrag te veranderen. Verslaving kan dus verschillende vormen aannemen, lichamelijke verslaving of gewoonteverslaving, maar het komt er altijd op neer dat iemands persoonlijke en professionele evenwicht verstoord raakt.
Kan voeding verslavend zijn?
Koffie, frisdrank en chocolade worden er sterk van verdacht verslavende eigenschappen te hebben. Dat komt door de actieve bestanddelen van die voedingsmiddelen: cafeïne in koffie en frisdrank, en cafeïne in combinatie met theobromine in chocolade. Deze stoffen houden mensen beter wakker en vermoedelijk is dat precies het effect dat de consumenten ervan actief nastreven. Maar het zou te ver gaan om in dit geval over verslaving te spreken.
Fysieke gewenning is nauwelijks bewezen1 en het gebruik van deze stoffen heeft geen schadelijke gevolgen voor het persoonlijke en sociale leven van de consumenten. Hoewel… Veel koffie drinken mag dan wel geen grote negatieve gevolgen hebben voor de koffiedrinker, geldt dit mutatis mutandis ook voor de chocoladesnoeper, als die er zoveel van naar binnen propt dat zijn energietoevoer er door verhoogt? Dan ligt immers overgewicht op de loer, en dat kan gevolgen hebben voor zijn gezondheid, zelfbeeld en sociale leven…
Suikerjunkie
Niet alleen de actieve bestanddelen van voedingsmiddelen, ook hun zoete smaak wordt vaak verslavend genoemd. De aantrekkingskracht van zoetigheid is universeel. Alle pasgeboren baby’s tonen zich tevreden wanneer hun tong een zoete prikkel krijgt. Deze aantrekkingskracht duurt voort tijdens de kindertijd en zal op volwassen leeftijd evolueren. Die evolutie hangt af van persoon tot persoon. ?Wanneer we echter spreken van de problematische aantrekkingskracht van zoetigheid die tot obesitas kan leiden, moeten we opmerken dat de voedingsmiddelen die als boosdoener worden opgevoerd niet alleen suiker bevatten. Het gaat dan gewoonlijk om voedingsmiddelen die ook rijk zijn aan vetstoffen, zoals koekjes, taart of chocolade. Volgens France Bellisle2 moeten we de schuld niet schuiven op de zoetheid zelf, maar wel op het feit dat zoetigheden zeer energierijk en bijzonder lekker zijn. We zijn dus eigenlijk niet verslaafd aan zoetigheid, maar wel aan lekkere smaak!
Dope-amine’
Er zijn een heleboel verschillen tussen een drugsverslaving en het overmatige eten van bepaalde voedingsmiddelen, meer bepaald qua sociale gevolgen, gevaren voor de gezondheid en het behaalde effect. Nochtans suggereren verbazingwekkende onderzoeken3 dat de grens tussen beide veel dunner is dan we denken. Bij drugsverslaving en de respons op het innemen van voedingsmiddelen zijn immers dezelfde hersenstructuren betrokken. Beide zorgen voor de productie van endorfines, hormonen die een prettig gevoel oproepen, en beide activeren de vrijgave van dopamine, een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt in motivatie. Het zogenoemde bekrachtigingssysteem’ zorgt ervoor dat we plezier ervaren na een bepaald gedrag (voedsel innemen, bijvoorbeeld) zodat we als persoon gemotiveerd worden om dit gedrag te herhalen. Aangezien het innemen van voedsel onmisbaar is voor onze overleving, is het dus belangrijk dat de mens uitgerust is met een systeem dat hem er sterk toe aanspoort om zich te voeden. Drugsgebruik zou van ditzelfde motivatiesysteem gebruikmaken.
Maar het komt voor dat dit systeem hapert, wat dan leidt tot buitensporig eten of problematisch middelengebruik. Zo is aangetoond dat mensen met obesitas en drugsgebruikers genetische gelijkenissen vertonen, zoals een zwakkere expressie van dopaminereceptoren in de hersenen. Daarom kunnen we de hypothese opperen dat het zenuwstelsel van die mensen een hogere consumptie vereist om hetzelfde genotsniveau te bereiken.
Behalve alcoholhoudende drank is nog geen enkel voedingsmiddel tot op de dag van vandaag in staat gebleken om een lichamelijke verslaving op te wekken. Een eventueel verslavend effect kan echter worden toege-schreven, niet aan een welbepaalde voedingsstof, maar wel aan het streven naar genot dat wordt teweeggebracht door lekkere voedingsmiddelen die rijk zijn aan smaak en energie, bij mensen die hiervoor genetische aanleg hebben. Ongetwijfeld zullen over dit onderwerp nog veel onderzoeken worden uitgevoerd…