Voor het eerst heeft een studie bij tweelingen aangetoond dat voeding rijk aan vitamine C de progressie van cataract in tien jaar tijd met een derde zou kunnen remmen.
Cataract is een ouderdomskwaal die de belangrijkste oorzaak blijft van blindheid. Onderzoekers van het King’s College in Londen hebben zich gebogen over de mogelijke impact van bepaalde voedingsstoffen op het voorkomen van de progressie van deze ziekte. Daarnaast maakten ze ook het onderscheid tussen de invloed van de omgeving (waaronder de voeding) en die van de genetica. Daartoe onderzochten ze de gegevens van meer dan duizend tweelingen uit het Verenigd Koninkrijk.
De piste van antioxidanten
Ze namen de inname onder de loep van meerdere voedingsstoffen, waaronder vitamine A, B, C, D en E, koper, mangaan en zink. De progressie van cataract werd beoordeeld aan de hand van digitale beeldvorming rond de leeftijd van zestig jaar. De metingen werden tien jaar later herhaald bij 324 paar tweelingen. De onderzoekers vermoeden dat vooral de antioxidante eigenschappen van voedingsstoffen zouden kunnen bijdragen aan het beschermen van het oog tegen oxidatieve schade, en dus ook tegen cataract.
Omgeving weegt zwaarder door dan genetica
Aanvankelijk is de consumptie van voedingsmiddelen rijk aan vitamine C geassocieerd met een 20% lager risico op cataract. Tien jaar later zien de vrouwen die verklaarden de meeste bronnen van vitamine C te consumeren, hun risico op de progressie van de ziekte dalen met 33%.
Het onderzoek maakt ook duidelijk dat de genetische factoren voor 35% meespelen in de progressie van cataract, tegenover 65% voor de omgevingsfactoren.