Een grootschalige prospectieve studie toont aan dat het vervangen van verzadigde door onverzadigde vetten het risico op hart- en vaatziekten aanmerkelijk vermindert.
Verdient het nog steeds aanbeveling om verzadigde vetzuren te vervangen door onverzadigde? Enkele recente publicaties leken de gegrondheid van deze aanbevelingen in twijfel te trekken, maar deze nieuwe studie van de Harvard University stelt weer orde op zaken.
Bij deze prospectieve studie werden 84.658 verpleegkundigen en 42.908 gezondheidswerkers gedurende liefst 24 tot 30 jaar gevolgd!
25% minder risico op hart- en vaatziekten
Het onderzoek spreekt duidelijke taal: als we 5% van de energie uit verzadigde vetzuren vervangen door enkelvoudig onverzadigde vetzuren (waarbij de totale energie-inname gelijk blijft), daalt het risico op hart- en vaatziekten met 15%. Als de verzadigde vetzuren vervangen worden door meervoudig onverzadigde vetzuren, neemt het risico zelfs af met 25%.
Als 2% van de energie uit verzadigde vetzuren vervangen wordt door transvetzuren (steeds bij een gelijke energie-inname) neemt het risico op hart- en vaatziekten toe – niet bepaald een grote verrassing.
Volle granen tegenover geraffineerde zetmeelproducten
In een ander belangrijk onderdeel van de studie maakten de auteurs het onderscheid tussen verschillende soorten suikers: volle granen, geraffineerde zetmeelproducten en toegevoegde suikers. Het blijkt dat de isocalorische vervanging van geraffineerde zetmeelproducten door verzadigde vetzuren geen voordeel oplevert. Vervangen we de geraffineerde producten echter door enkelvoudig onverzadigde vetzuren, volle granen en (vooral!) meervoudig onverzadigde vetzuren, dan daalt het risico op hart- en vaatziekten.
De aanbevelingen (verzadigde vetzuren gedeeltelijk vervangen door onverzadigde, en geraffineerde zetmeelproducten en toegevoegde suikers door volle granen) worden door deze studie dus nog eens bevestigd.
Li Y et al., J Am Coll Cardiol, 2015; 66(14): 1538-1548.