Volgens analyses bij tien verschillende haaiensoorten zijn haaienvlees en -vinnen rijk aan twee neurodegeneratieve toxinen, die de ziekte van Alzheimer weleens zouden kunnen bevorderen.
Haai op het menu en in supplementen
Bij ons is haaiensteak misschien niet erg populair, maar in Azië ligt dat heel anders. Daar kent de vraag naar haaienvlees en -vinnen namelijk een sterke groei. Het kraakbeen wordt dan weer gebruikt in voedingssupplementen.
Een aanzienlijke consumptie van producten afkomstig van haai houdt echter een belangrijk toxiciteitsrisico in, aldus nieuwe studies uitgevoerd door onderzoekers van de universiteit van Miami, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Toxins. Als groot en langlevend roofdier wordt de haai immers in het bijzonder blootgesteld aan bioaccumulatie.
Kwik en neurotoxinen uit cyanobacteriën
De onderzoekers bestudeerden de vinnen en spieren van tien verschillende haaiensoorten die voorkomen in de Atlantische en de Stille Oceaan. Ze focusten met name op de stof kwik, waarvan de neurotoxiciteit bekend is, en op b-N-methylamino-alanine (BMAA), een toxine die wordt geproduceerd door cyanobacteriën en die onlangs in verband werd gebracht met neurodegeneratieve ziekten, zoals de ziekte van Alzheimer en amyotrofische laterale sclerose (ALS of de ziekte van Charcot).
De resultaten wijzen op een voldoende hoog gehalte van beide neurotoxinen om de consumptie van haaienproducten te beperken. Een beperking die voor deze overigens bedreigde diersoort enkel positief kan zijn …
Hammerschlag N. et al., Toxins, 2016; 8(8): 238.