Oncologische patiënten hebben tijdens hun kankerbehandeling een verhoogd risico op ondervoeding. Om de situatie van de patiënten te verbeteren moet dit laatste kost wat kost vermeden worden. Verslag van de laatste studiedag van de VBVD.
Het is vandaag de dag duidelijk dat voeding integraal deel uitmaakt van de kankerbehandeling. Een multidisciplinair team verantwoordelijk voor de opvolging van patiënten met kanker is dan ook onvolledig zonder diëtist(e). Dit werd nog eens duidelijk tijdens de recente studiedag van de VBVD rond voeding, beweging en kanker.
De impact van ondervoeding op de kankerbehandeling
Het risico op ondervoeding is groot: bijna de helft van de oncologische patiënten kampt ermee, zo geeft Sarah Wouters (diëtiste oncologische afdeling UZ Leuven) aan. Het vormt een grote bedreiging voor het leven van deze patiënten en een vroegtijdige diagnose is essentieel om een escalatie van de situatie te voorkomen.
Hoe kan ondervoeding de situatie verergeren?
Ontdek de waterval van ondervoeding!
Per kilogram gewichtsverlies wordt 50% vetvrije massa verloren. Dit laatste tast de levenskwaliteit van de patiënten sterk aan en kan leiden tot een gedaald immuunsysteem waardoor de kankerbehandeling moet worden aangepast of zelfs worden stopgezet.
De aanpak moet voldoende energie en eiwitten voorzien. Vezelrijke voedingsmiddelen zoals groenten, fruit en volkoren producten zijn in deze gevallen bijzaak. Ze werken een verzadigend gevoel in de hand. Bij ongewenst gewichtsverlies wordt de voorkeur gegeven aan energiedense voedingsmiddelen, zie ook de ESPEN guidelines. Bijvoedingen kunnen ingeschakeld worden:
- Luister hierbij naar de voorkeur van de patiënt (smaak, consistentie…).
- Begin met 1 bijvoeding per dag.
- Bouw het aantal bijvoudingen geleidelijk aan op in samenspraak met de patiënt.
Hoe kan ondervoeding bestreden worden?
Ondtek de Nutrigraphics!
Ook “refeeding” brengt risico’s met zich mee
Ondervoeding kan aanleiding geven tot cachexie. Hoe ernstiger het stadium van cachexie, hoe groter het risico op het refeeding syndroom. Dr. Elisabeth De Waele (Hoofd Klinische Nutritie UZ Brussel) besprak dit syndroom tijdens de studiedag.
Door biochemische veranderingen in het lichaam kan het opnieuw voeden van patiënt met een voorgeschiedenis van ondervoeding levensgevaarlijk zijn. Afwijkingen van de elektrolyten kunnen onder andere cardiologische complicaties veroorzaken. Voorzichtigheid is aangewezen!
Om dit syndroom tegen te gaan moet eerst de voedingsstatus van de patiënt worden nagegaan. Hierna kan gestart worden met het hervoeden van de patiënt aan 50% van zijn energiebehoefte, samen met een toediening van fosfaat en kalium*.
Wanneer het refeeding syndroom zich toch voordoet moet de voedingstoediening zo snel mogelijk worden gedaald of zelfs volledig worden stopgezet. Hierbij is het essentieel om intraveneus fosfaat toe te dienen (40 – 80 mmol/dag) samen met magnesium (8-16 mmol/dag) en kalium (80-120 mmol/dag), in functie van de bloedwaarden.
*In functie van de waargenomen voedingsstatus van de patiënt.