De behandeling van diabetes type 2 met medicijnen is de afgelopen tien jaar sterk geëvolueerd. Dr. Laurent Crenier, voorzitter van de Association Belge du Diabète, maakt naar aanleiding van de studiedag van de UPDLF de balans op van deze vooruitgang.
Tot 2007 was er voor de behandeling van diabetes type 2 keuze uit drie medicijnen: metformine, sulfonylurea en insuline. Ondertussen zijn heel wat nieuwe moleculen op de markt verschenen (en in de toekomst komen er nog verschillende bij). Hierdoor zijn diabetesmedicijnen er enorm op vooruitgegaan. Enkele van die moleculen beïnvloeden het lichaamsgewicht. Naar aanleiding van de studiedag van de UPDLF (Union Professionnelle des Diététiciens de langue française) die in het thema stond van diabetes, vertelt Dr. Laurent Crenier (ULB – Erasmusziekenhuis en voorzitter van de Association Belge du Diabète) over de belangrijkste aspecten van die vooruitgang.
Medicijn op basis van het speeksel van een giftige hagedis
Gliptines zijn een van die nieuwe soorten medicatie. Ze remmen het enzym DPP-4 af, dat GLP-1 (glucagonachtig peptide-1) afbreekt. Die stijging van GLP-1 verhoogt het insulinegehalte. Het grote voordeel is echter dat de insulineafscheiding uitsluitend gestimuleerd wordt bij hyperglykemie. Bij een normale bloedsuikerspiegel of hypoglykemie gebeurt er dus niets. Anders gezegd: dit geneesmiddel kan geen hypoglykemie veroorzaken door overmatige stimulatie van de insulineafscheiding en heeft daardoor geen invloed op het lichaamsgewicht.
Een andere ontdekking is exenatide, een peptide die voorkomt in het speeksel van het gilamonster (Heloderma suspectum), een grote hagedis die tot 60 cm lang kan worden. Dit dier eet slechts enkele keren per jaar, maar wanneer het zich voedt, consumeert het in één keer tot een derde van zijn lichaamsgewicht. Exenatide wordt niet afgebroken door DPP-4, waardoor het op lange termijn zorgt voor een verhoging van GLP-1.
Er zijn ook nieuwe GLP-1-agonisten ontdekt, waarvan sommige zeer lang werkzaam zijn (1 injectie per week). Ze zorgen voor een sterke afname van geglyceerde hemoglobine en bevorderen het gewichtsverlies: gemiddeld verliest men ruim 7 kg. Dat effect is te verklaren door de directe invloed op bepaalde gebieden van de hersenen die de eetlust controleren. Momenteel zijn ze verkrijgbaar als injecties, maar ze zullen ook in orale vorm op de markt komen.
Bekijk hier het interview met Dr. Crenier
Therapeutische revolutie
Een andere generatie medicijnen voor diabetes type 2 bevindt zich momenteel in de klinische fase: dubbele GLP-1- en GIP-agonisten (glucoseafhankelijk insulinotropisch polypeptide, een ander incretinehormoon dat in de darmen wordt uitgescheiden). De resultaten zijn nog indrukwekkender, want de afname van geglyceerde hemoglobine is dubbel zo groot als bij enkelvoudige GLP-1-agonisten.
Tot slot zijn er nog gliflozines, de recentste soort medicijnen. Gliflozines zijn SGLT-2-remmers (natrium-glucose-cotransporter type 2). Door de renale glucosereabsorptie af te remmen veroorzaken deze geneesmiddelen glucosurie, wat resulteert in een afname van geglyceerde hemoglobine. En aangezien glucose en calorieën hand in hand gaan, gaat dit gepaard met een gewichtsverlies van 2 tot 4 kg.
De grote vooruitgang zit volgens Dr. Crenier in het feit dat men bij het gebruik van gliflozines een drastische daling van de cardiovasculaire mortaliteit vaststelt: bijna 40% in amper 48 maanden. Dat is opmerkelijk, want vroeger duurde het 25 jaar om de mortaliteit in die mate te doen dalen …
Lees ook: cardiovasculaire preventie
helpt diabetes voorkomen