In de strijd tussen koolhydraatarm en vetarm hebben experts met uiteenlopende standpunten uiteindelijk een consensus bereikt. Die werd gepubliceerd in het tijdschrift Science.
Wat is nu het beste? Een voedingspatroon dat weinig vetten bevat (de norm die in heel wat actuele aanbevelingen gehanteerd wordt, voornamelijk in de Verenigde Staten) of een voedingspatroon dat weinig koolhydraten bevat? En welke vetten eet je bij die laatste optie dan het best? Omdat er nog steeds geen sluitend antwoord is op die vragen, deed een groep wetenschappers met veel expertise op het gebied van koolhydraten en vetten een nieuw onderzoek, dat gepubliceerd werd in Science. De meningen zijn nog steeds uiteenlopend, maar de onderzoekers slaagden er wel in een consensus te bereiken en enkele agendapunten op te stellen voor toekomstige studies.
Argumenten voor koolhydraten en vetten
Het eerste punt waarover de twee kampen het eens zijn, is dat er geen ideale verhouding tussen koolhydraten en vetten bestaat die voor iedereen werkt. Daarnaast zijn ze tot de conclusie gekomen dat bronnen van geraffineerd zetmeel even nadelig zijn als suikers. De experts zijn ervan overtuigd dat een hoogwaardig voedingspatroon met een beperkte hoeveelheid suikers en geraffineerde granen bij het merendeel van de bevolking helpt om een gezond gewicht te behouden en het risico op chronische ziektes te beperken. Ze onderzochten het bewijsmateriaal voor drie verschillende standpunten binnen de voedingsaanbevelingen:
- Een hoge vetconsumptie veroorzaakt obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten en wellicht ook kanker. Een vetarm dieet is dus optimaal.
- Koolhydraten uit bewerkte voeding hebben negatieve gevolgen voor het metabolisme. Een koolhydraatarm dieet of een ketogeen dieet met een grote hoeveelheid vetten is dan ook beter voor de gezondheid.
- De relatieve hoeveelheid vetten en koolhydraten is van weinig belang voor de gezondheid. Wél belangrijk is welke vetten en koolhydraten men consumeert.
Onbeantwoorde vragen
De wetenschappers zijn het erover eens dat het belangrijk is om verzadigde en transvetten te vervangen door onverzadigde vetten, en geraffineerde koolhydraten door volkorengranen en niet-zetmeelrijke groente.
De volgende vragen dienen in de toekomst verder onderzocht te worden:
- Hebben voedingspatronen die verschillen qua koolhydraat-vetverhouding – ongeacht de totale energie-inname – invloed op de lichaamscompositie?
- Heeft een ketogeen dieet gunstige gevolgen voor het metabolisme en verschillen die van de gevolgen bij een beperkte restrictie van koolhydraten, met name bij diabetici?
- Wat is bij een zeer koolhydraatarm dieet de optimale hoeveelheid van de verschillende soorten vetten (waaronder verzadigde vetten)?
Kort samengevat moeten we meer goede vetten en minder slechte koolhydraten eten. Of minder slechte vetten en meer goede koolhydraten!