Uit de follow-up van een Frans cohort van meer dan 800 kinderen blijkt dat de tijd die in de vroegste kinderjaren wordt besteed aan buiten spelen of televisiekijken, het risico op obesitas later al voorspelt. Dat betekent dus dat preventie niet enkel op voeding gericht mag zijn.
Activiteit en obesitas bij jonge kinderen
We zijn geneigd om te denken dat jonge kinderen uit zichzelf voldoende actief zijn. De literatuur brengt echter aan het licht dat ze het grootste deel van hun tijd besteden aan sedentaire activiteiten en dat er een grote interindividuele variabiliteit bestaat voor lichamelijke activiteit.
Volgens de Parijse onderzoekers moeten preventieboodschappen dus zeker ook gericht zijn op lichamelijke activiteit vanaf zeer jonge leeftijd. Hoewel verschillende studies al hadden aangetoond dat een inactieve levensstijl (gemeten volgens schermtijd), weinig lichaamsbeweging en het eten van calorierijk voedsel gekoppeld zijn aan overgewicht, was er een gebrek aan prospectieve gegevens bij kinderen jonger dan drie jaar.
In deze studie van 883 kinderen die deelnamen aan EDEN, een cohort over de pre- en vroege postnatale determinanten van de ontwikkeling en gezondheid van kinderen, hebben de onderzoekers moeder-kindparen uit Poitiers en Nancy gevolgd vanaf het begin van de zwangerschap tot het tiende levensjaar van het kind.
Minder televisie, meer buiten spelen
De resultaten spreken voor zich: hoe meer tijd jongens achter een scherm doorbrengen op twee jaar, hoe hoger hun percentage lichaamsvet op vijf jaar. Meisjes die het minst buiten spelen op twee jaar, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van vetmassa.
Om het risico op obesitas te beperken lijkt het dus van essentieel belang om dergelijk inactief gedrag al maximaal te voorkomen vanaf jonge leeftijd, vooral omdat het zich lijkt voort te zetten bij oudere kinderen en later ook bij volwassenen.
In deze studie lijkt de voeding op twee jaar statistisch geen verschil te maken voor de latere vetzucht, maar de auteurs sluiten een statistische vertekening niet uit en roepen op tot andere studies met grotere cohorten.