Op de jaarlijkse Gut Day verzamelden zich voor de 14e keer wetenschappers uit de academische en industriële wereld. Tientallen hoogstaande wetenschappelijke studies omtrent darmgerelateerde onderwerpen passeerden de revue. We kunnen gerust zijn want de darm doet de wetenschap wel degelijk bewegen.
Inflammatoire darmziektes, hoe ver staat het erfelijkheidsonderzoek?
De eerste hoofdbijdrage van de dag werd geleverd door internist en gastro-enteroloog professor Stefan Schreiber, Instituut voor Klinische Moleculaire Biologie (Kiel, Duitsland). Hij is een specialist in moleculaire genetica en de pathofysiologie van chronische inflammatoire darmziektes (Inflammatory Bowel Disease of IBD). Hij maakt o.a. werk van de klinische ontwikkeling van nieuwe therapieën voor IBD. In zijn uiteenzetting gaf hij de gestegen incidentie aan van IBD sinds de tweede wereldoorlog. Momenteel treft het 0,5 à 1% van de bevolking. Waarschijnlijk spelen meer dan erfelijkheidsfactoren een rol in de opmars van de ziekte.
In ieder geval is het erfelijkheidsonderzoek in volle ontwikkeling waardoor de aandoening steeds beter begrepen wordt. Door middel van Genome Wide Association Studies (GWAS) en zogenaamde immunochips kan alsmaar meer DNA relatief snel geanalyseerd worden waardoor de genetica geassocieerd met complexe maar veel voorkomende aandoeningen zoals kanker, astma maar ook darmziektes steeds duidelijker in beeld gebracht kunnen worden. Wanneer op deze manier wereldwijd genomen sequentieerd worden, dan vergroot de kans dat de wetenschap er zich vervolgens op kan baseren om betere preventie, detectie –en behandelingsmethodes te ontwikkelen. Voor de ziekte van Crohn werden 99 loci op het DNA geïdentificeerd en voor en Collitis Ulcerosa (C.U.) 47. Opmerkelijk is dat er voor Crohn en C.U. deze voor 70% overlappen. Ook met andere auto-immuunziektes zoals bijvoorbeeld psoriasis worden overlappingen vastgesteld.
De arts besluit dat moleculaire etiologie gebruikt kan worden als een onderdeel van de puzzel dat diagnosticering en behandeling van een aandoening soms is. Gegeven dat veel ziektes gerelateerd zijn, roept de arts ook op tot meer samenwerking tussen de verschillende medische disciplines.
Mens en microbioom, wat brengt de toekomst?
Dokter in de microbiologie Johan van Hylkama Vlieg, is wetenschappelijke directeur “Darmmicrobiologie en Probiotica”, Danone Research Center (Parijs, Frankrijk). Hij legt zich toe op het verbeteren van de inzichten in de werking van probiotica en de invloed ervan op de mens. Hij maakt o.a. ook deel uit van het MetaHIT project (Metagenomics of the Human Intestinal Tract) dat geregeld met nieuwe bevindingen het wetenschappelijk nieuws haalde.
Het staat volgens hem buiten discussie dat voeding één van de belangrijkste instrumenten is voor de mens om zijn/haar gezondheid te vrijwaren. Wanneer binnenkort vijf landen 47% van de wereldbevolking zullen vertegenwoordigen, heeft volgens de wetenschapper iedereen er alle belang bij om voeding, waaronder probiotica en functionele voeding, niet stiefmoederlijk te behandelen. Het belang van het microbioom of het geheel van micro-organismen en hun respectievelijk genetisch materiaal (het genoom) die op en in het lichaam wonen, lijkt alsmaar duidelijker te worden. Waarschijnlijk gaan om deze reden ook andere dan medische tijdschriften zoals The Economist er aandacht aan wijden. Moderne DNA-technologie kunnen bacteriën identificeren en hun genen ontrafelen zonder dat ze eerst in vitro gekweekt hoeven te worden.
‘Het staat buiten discussie dat voeding één van de belangrijkste instrumenten is voor de mens om zijn gezondheid te vrijwaren.’
Het menselijk lichaam wordt traditioneel gezien als een verzameling van 10 biljoen cellen die het product zijn van een 23.000tal coderende genen. Het microbioom daarentegen omvat zo’n 100 biljoen bacteriën resulterend uit 3 miljoen coderende niet-humane genen en het verschaft zo’ n 10% van de dagelijkse calorieën, staat in voor de aanmaak van o.a. B2, B12 en foliumzuur en speelt een rol in het defensiemechanisme van het lichaam. Onevenwicht in het microbioom wordt geassocieerd met ziekte. Dit wordt bijvoorbeeld geïllustreerd door het feit dat bij een ganse reeks ziektes zoals diabetes maar ook bij obesitas een gewijzigde darmflora wordt vastgesteld.
Wetenschappelijk onderzoek: te vertalen naar de praktijk
Het idee dat het microbioom en gastheer echt samenwerken (of er als het ware een orgaan van vormt) groeit dan ook. Misschien ligt zelfs daar een verklaring van een ziekte. Dat dit het onderwerp vormt van menig wetenschappelijk onderzoek hoeft dan ook niet te verwonderen. Voor de probiotica industrie is het alvast duidelijk dat probiotica kan helpen een verstoord evenwicht recht te zetten. Op het symposium gaf Dhr. Van Hylkama een studie aan die de interactie tussen de gastheer en specifieke bacteriestammen observeert.
De 14e Gut Day reikte géén erg concrete richtlijnen aan voor de dagdagelijkse (diëtisten) praktijk maar overtuigde iedereen ervan dat het wetenschappelijk onderzoek op volle toeren draait en dat er volop gedebatteerd wordt tussen wetenschappers onderling. Het voedt alvast de hoop op alternatieve behandelingsmethodes o.a. via de voeding.
Referenties: 14th Gut Day, Universiteitshal, Leuven, 9 november 2012. Khor et al., Genetics and pathogenesis of inflammatory bowel disease, Nature 2011. The Economist, Microbes maketh Man, August 18th 2012. Mc Nulty et al., Sci Transl Med 26 October 2011.
FIA 17 – December 2012