Na decennialang verdwenen te zijn geweest, duikt camelinaolie opnieuw op in de winkels en in de media. Wat verklaart de huidige belangstelling voor deze goudgele plantaardige olie, die qua smaakt doet denken aan asperges of amandelen?
Camelinaolie werd tot in de 19de eeuw op grote schaal gebruikt om haar voedingswaarde en heeft een bijzonder interessante samenstelling. De olie bevat waardevolle actieve bestanddelen zoals vitamine E (alfa-tocoferol), fytosterolen, provitamine A en heeft een vrij uitgebalanceerd vetzuurprofiel: ongeveer 30% oliezuur en gadoleenzuur, 30 tot 35% alfa-linoleenzuur (omega 3), 20 tot 30% linolzuur (omega 6) en slechts 5 tot 10% verzadigde vetzuren.
Qua omega 3-gehalte scoort enkel lijnzaadolie beter (camelina wordt in het Frans trouwens ook ‘petit lin’ genoemd).
In cosmetica … en nog veel meer
Door haar hoge omega 3-gehalte is deze voedende, herstellende en verzachtende olie bijzonder geschikt voor de delicate, gevoelige en rode huid. Dankzij het vitamine E-gehalte is ze ook een kostbare bondgenoot voor de rijpere huid. De olie dringt onmiddellijk in de huid zonder een vette film achter te laten en is interessant voor massages, vooral in combinatie met etherische oliën en jojobaolie.
Het vetzuurprofiel maakt de olie bovendien interessant vanuit voedingsoogpunt. Dat is ook de onderzoekers van de University of Eastern Finland niet ontgaan, de olie nader hebben onderzocht. Hun studie, gepubliceerd in het tijdschrift Molecular Nutrition & Food Research, suggereert dat camelinaolie doeltreffender is dan (magere of vette) vis bij personen met dyslipidemie en een verstoord glucosemetabolisme.
Camelina doet het beter dan vis
Deze studie vergeleek de effecten van het consumeren van camelinaolie, vette vis of magere vis op het lipiden- en glucosemetabolisme en laaggradige ontsteking bij 79 deelnemers (43-72 jaar) met nuchtere hyperglykemie en obesitas (BMI: 25-36 kg/m2).
De deelnemers werden verdeeld in 4 groepen en kregen gedurende 12 weken ofwel
- een voeding rijk aan vette vis (4 vismaaltijden/week);
- een voeding rijk aan magere vis (4 vismaaltijden/week);
- een voeding rijk aan camelinaolie (10 g ALA/dag);
- een voeding met een beperkte inname van vis en voedingsmiddelen rijk aan ALA (controlegroep).
De onderzoekers stelden vast dat de camelinaolie het serumlipidenprofiel verbeterde in vergelijking met een dieet verrijkt met vis. De totale cholesterol en LDL-cholesterol daalden met de camelinaolie, in vergelijking met de ‘visgroepen’. Er werden geen effecten op het glucosemetabolisme of de ontstekingsmarkers waargenomen. De belangstelling voor deze aloude olie is dus opnieuw gewekt…