Onderzoekers hebben onlangs een nieuw mechanisme blootgelegd: de inname van fermenteerbare vezels kan ervoor zorgen dat we minder eten. Het mechanisme berust op de productie van propionaat in de dikke darm, een stof die rechtstreeks inwerkt op de hersenen.
Productie van propionaat in de dikke darm
Het ‘eetlustremmende’ effect van vezels werd lang toegeschreven aan hun enige mechanische effect: in de maag zorgen ze namelijk voor een groot volume, terwijl ze maar weinig calorieën leveren. Maar later ontdekte men dat fermenteerbare vezels in de dikke darm vetzuren met korte keten produceren, en dat deze vetzuren geassocieerd zijn met een verminderde energieopname. Het is nog niet duidelijk wat de centrale mechanismen achter dit effect zijn. In deze nieuwe studie kregen de deelnemers foto’s van eten te zien. De onderzoekers gingen na wat het effect daarvan was op de beloningcircuits in de hersenen. Daarbij gingen ze uit van de propionaatproductie in de dikke darm.
Beloningscircuits
Bij twee verschillende gelegenheden kregen 20 gezonde proefpersonen hetzij inuline (controlegroep) hetzij een ester van inulinepropionaat, een verbinding die de propionaatproductie in de dikke darm selectief verhoogt. Met behulp van functionele magnetische resonantie gingen de onderzoekers na welk effect de afbeeldingen van voedsel hadden op de beloningscircuits. Uit de proef bleek dat er in aanwezigheid van propionaat minder stimulatie plaatsvond van de nucleus accumbens en de nucleus caudatus, twee kernen die betrokken zijn bij de mechanismen van beloning en verslaving. Dit effect is geassocieerd met een geringere behoefte aan energierijk voedsel. Als de proefpersonen bij een maaltijd zo veel mochten eten als ze wilden, was de energie-inname lager in aanwezigheid van propionaat. De auteurs merken op dat deze resultaten niet gerelateerd zijn aan veranderingen in andere factoren die een rol spelen bij de verzadiging, zoals de bloedspiegels van peptide YY, GLP-1 en insuline.
Byrne C S et al. Am J Clin Nutr July 2016 vol. 104 no. 1 5-14